De woorden e‑mail en email betekenen heel iets anders. Het is dus maar goed dat er bij eentje een koppelteken in staat, om ze van elkaar te kunnen onderscheiden. Maar hoe lang houdt dat streepje nog stand? In een andere taal is het al verdwenen!
Taalterm: Interpunct
De taalterm van deze week, interpunct, heeft een wiskundeknobbel. Maar in talenland houdt hij graag dingen uit elkaar die niet samen horen. Want er moet toch orde zijn, wil je je goed verstaanbaar kunnen maken.
Definitie
Een interpunct (·) is een leesteken dat eruitziet als een punt die zweeft op de middenhoogte van de letters in een tekst.
Dit leesteken heet ook wel hoge punt, halfhoge punt of zwevende punt.
In de gemiddelde Nederlandse tekst zul je niet snel een interpunct tegenkomen. Hij wordt bijvoorbeeld soms gebruikt om in een woord aan te geven waar je het afbreken kunt. Maar in het Latijn deed hij dienst als spatie, om woorden van elkaar te scheiden.
Voorbeelden
- Houd bij het afbreken van het woord ‘interpunctie’ de volgende opties aan: in·ter·punc·tie.
- VENI·VIDI·VICI
Etymologie
De naam van dit leesteken betekent letterlijk “tussenpunt”:
- inter- (tussen) + punct (punt)
Het is dus een punt die niet dient om zinnen af te sluiten, zoals de gewone punt (.), maar om taalelementen van elkaar te scheiden.
Weetje
De interpunct is min of meer identiek aan de vermenigvuldigingspunt die je in wiskundige berekeningen kunt gebruiken in plaats van het maal-teken of kruisje (×).
- 6 · 4 = 24
- 1 · 2 · 3 · 4 · 5 = 120
Fish vs. fishes
Het meervoud van fish is… fishes, toch? Klopt, maar het meervoud van fish is óók fish. Kan je die twee vormen zomaar door elkaar gebruiken? Niet echt. We leggen het uit!
Taalterm: Functiewoord
De taalterm van deze week, functiewoord, is heel hulpvaardig. De spotlight is niet echt zijn ding. Hij praat liever de andere acts aan elkaar en springt dan weer snel in de coulissen. Daar voelt hij zich het meeste thuis, bescheiden als hij is.
Verder lezen Taalterm: FunctiewoordZes terzijdes en een schap
Wat heeft een plank, een schap, gemeen met een Engels vaartuig, een ship? Nou… niks, sorry, maar de achtervoegsels -schap en -ship des te meer. Die zijn allebei afkomstig van een Oudgermaans woord voor “vormen” of “maken”. Ze zijn verwant aan het Nederlandse scheppen en het Engelse to shape. (Het Oud-Engelse woord voor “vormen” is dan ook scieppan, dat al bijna Nederlands lijkt. Maar dit terzijde.)
Atypisch vs. a‑typisch
Je ziet het woord atypisch ook wel eens in de spelling a‑typisch. Of is dat andersom en zie je het woord a‑typisch ook wel eens in de spelling atypisch? Beide vormen komen in het levende Nederlands voor, maar slechts een daarvan geldt als correct. Lees snel verder!