Taalterm: Bastaardwoord

De taal­term van deze week, bas­taard­wo­ord, is van ver gekomen. Als ver­moei­de reiziger heeft hij ver van huis zijn kof­fer neergezet en gezegd: nu is het mooi geweest, ik bli­jf hier voor­lop­ig wel. Toch is hij heel soci­aal, want hij past zich moeit­eloos aan aan de lokale gebruiken. Immers: when in Rome

Verder lezen Taal­term: Bastaardwoord

Taalterm: Zwerfwoord

De taal­term van deze week, zwer­f­wo­ord, is niet echt honkvast. Zijn reis­lust is nogal bewon­derenswaardig – zozeer zelfs dat hij soms niet eens meer weet waar die reis ook alweer was begonnen. Maar hij is ook heel flex­i­bel en past zich graag aan aan de lokale cul­tu­ur en gewoon­ten. Hij ziet zichzelf dan ook graag als een echte wereldburger.

Verder lezen Taal­term: Zwerfwoord

Taalterm: Consonantie

De taal­term van deze week, con­so­nantie, is niet zo van de losse flod­ders. Als je iets doet, vin­dt hij, dan moet je het goed doen en dan moet je het vaak doen. Nou hoeft dat niet meteen enorm op te vallen; je mag best sub­tiel zijn. Maar als je echt je best wilt doen, dan mag je dat ook wel aan de wereld lat­en zien.

Verder lezen Taal­term: Consonantie