December is een maand van traditie en controverse. Het begint met Sinterklaas (en de eeuwige vraag: kan Zwarte Piet nou wel of niet door de beugel?). Aan het eind komen Kerstmis (hoe verdelen we die dagen nou weer tussen de verschillende families, feesten en borrels?) en oud en nieuw (moeten we echt zoveel geld aan vuurwerk uitgeven terwijl er ook mensen zijn die niet eens hun medicijnen kunnen betalen?).
En ergens daartussenin piepen er nog twee taaltradities met bijbehorende controverse tussendoor: het Groot Dictee der Nederlandse Taal en de verkiezing van het Woord van het Jaar. Het Groot Dictee is gisteren uitgezonden, maar daar maak ik geen woorden meer aan vuil; dat heb ik al in een van de eerste Taaleidoscopen gedaan.

Nee, dan het Woord van het Jaar. Ook daar heb ik al eens eerder over geschreven, maar dit jaarlijks terugkerende So You Think You Wanna Be Holland’s Next Top Word-spektakel verdient wel enige verse aandacht. Dit jaar vindt Van Dale dat selfie het Woord van 2013 is (een selfie is een zelfportret dat je maakt met de camera van je mobiel of tablet). Het alternatief dat Kees van Kooten gisteren voorstelde, het palindroom “otofoto”, vind ik als Nederlands Woord van het Jaar al een stuk leuker.
Ik ben er geen fan van om zo’n Woord van het Jaar door een verkiezing te laten bepalen, zoals Van Dale doet. Jan Gemiddeld is immers geen deskundige. Vraag de vox populi wie de grootste Nederlander aller tijden is, en je krijgt Pim Fortuyn op nummer 1. Tel uit je verlies.
Verder lezen De otofoto die je wist dat zou komen