De taalterm van deze week, rompzin, is iets kwijt. Alles was eerst netjes in balans, maar nu staat hij er ineens alleen voor. Dat kan hij wel hebben, want hij kan best tegen een stootje. Maar toch blijft hij het gevoel houden dat er ergens iets ontbreekt…
To don’t or not to do
De Engelse uitdrukking the dos and don’ts is ook in het Nederlands populair. Je kunt met “spelregels” of “gedragsregels” vaak ongeveer hetzelfde zeggen, maar in het Engels klinkt het gewoon moderner, vlotter, hipper, cooler.
Je ziet vaak dat deze uitdrukking wordt vernederlandst, door bijvoorbeeld het voegwoord te vertalen: “do’s en don’ts”. Mag dat? Het wordt dan tweederde Engels en één derde Nederlands, en laten we eerlijk zijn: het oogt een beetje raar. Maar hoe schrijf je het dan wel?
Oké vs. okay
OK, laten we het eens hebben over okay. Okee, we kunnen het ook over ok hebben, als je wilt. Wil je toch liever kijken naar oké? O.K., dan doen we dat. Maar alleen als we ook even naar o.k. kunnen kijken.
Ben je al in staat van verwarring? Laten we snel kijken hoe het wél hoort!
Verder lezen Oké vs. okayTaalterm: X‑hoogte
De taalterm van deze week, x‑hoogte, is niet zo krachtig als de X‑Men, niet zo mysterieus als de The X Files, en niet zo hip als de X Factor. Maar toch is hij een hoeksteen van de samenleving – van de drukwerk-samenleving welteverstaan.
Going to vs. gonna
Het verschil tussen going to en gonna lijkt klip-en-klaar: de ene is het braafste jongetje van de klas, en de ander is hip. Maar is gonna eigenlijk wel een woord? En zo ja, wanneer kan je het dan het beste gebruiken, of juist niet?
Taalterm: Symploke
De taalterm van deze week, symploke, houdt wel van een goed begin, want dat is het halve werk. En hij is ook dol op een goed einde, want daar krijg je zo’n fijn gevoel van. En omdat hij vindt dat “alleen is maar alleen”, doet hij het daarna nog eens dunnetjes over.