Vorige keer hadden we het over air quotes, maar er zijn nog meer manieren waarop aanhalingstekens zich genesteld hebben in de gesproken taal. Want wat doe je als je aan wilt geven dat een stuk gesproken tekst tussen aanhalingstekens staat, als je niet dat rare olifantenkrabgebaar wilt maken? Dan moet je woorden gebruiken.
In het Nederlands komt dit nauwelijks voor. De enige vorm die we hiervoor hebben is om voluit te zeggen: “aanhalingstekens openen”, dan de aan te halen tekst, en dan “aanhalingstekens sluiten”. Dat is wel oké als je bijvoorbeeld aan iemand een tekst dicteert, maar in een vlot gesprek maak je jezelf op die manier onsterflijk belachelijk.