Gisteren overleed op 66-jarige leeftijd de Fransman Michel Montignac, voormalig dikkertje en dieetgoeroe. Zijn afslankmethode was eind jaren tachtig razend populair. Voor de jongere lezers: vijfentwintig jaar geleden was hij Sonja Bakker.

De “methode” van Montignac was, net als alle populaire snel-slank-praatjes, een hype die niet gebaseerd was op enige algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten. Het doel van dit soort diëten is niet om mensen op een verantwoorde manier aan een gezonde levensstijl te helpen, maar om geld te verdienen. De consensus onder mensen die zich op een serieuze manier bezighouden met zwaarlijvigheid en obesitas is al jaren bekend: minder eten, gevarieerder eten, veel fruit en groente, matig met vlees en koolhydraten, slechts af en toe snoepen, en meer bewegen.
Maar daar gaat dit stukje niet over. Wat mij opviel in de berichtgeving over het overlijden van Montignac, en ook op de Nederlandse Wikipedia-pagina over de man, is het volgende. De mensen die in de ban van zijn afslankplan waren, worden “Montignaccers” genoemd. En dat is een raar woord, met die dubbele c.