Mag het een c’tje meer zijn?

Gis­teren over­leed op 66-jarige leefti­jd de Frans­man Michel Mon­ti­gnac, voor­ma­lig dikkert­je en dieet­go­eroe. Zijn afs­lankmeth­ode was eind jaren tachtig razend pop­u­lair. Voor de jon­gere lez­ers: vijfen­twintig jaar gele­den was hij Son­ja Bakker.

Het succesboek van Michel Montignac
Het suc­ces­boek van Michel Montignac

De “meth­ode” van Mon­ti­gnac was, net als alle pop­u­laire snel-slank-praat­jes, een hype die niet gebaseerd was op enige alge­meen aan­vaarde weten­schap­pelijke inzicht­en. Het doel van dit soort diëten is niet om mensen op een ver­ant­wo­orde manier aan een gezonde lev­enssti­jl te helpen, maar om geld te ver­di­enen. De con­sen­sus onder mensen die zich op een serieuze manier bezighouden met zwaar­li­jvigheid en obe­si­tas is al jaren bek­end: min­der eten, gevarieerder eten, veel fruit en groente, matig met vlees en kool­hy­drat­en, slechts af en toe snoepen, en meer bewegen.

Maar daar gaat dit stuk­je niet over. Wat mij opviel in de bericht­gev­ing over het over­li­j­den van Mon­ti­gnac, en ook op de Ned­er­landse Wikipedia-pag­i­na over de man, is het vol­gende. De mensen die in de ban van zijn afs­lank­plan waren, wor­den “Mon­ti­gnac­cers” genoemd. En dat is een raar woord, met die dubbele c.

Verder lezen Mag het een c’tje meer zijn?

Broodje ongeïnteresseerd

In het Ned­er­lands is de gen­i­tief (de bezit­telijke vorm) niet voor iedereen even helder. Waarom kri­jgt Katja’s jurk een apos­trof, maar Jan­nekes jurk niet? Niet iedereen denkt bij Hans auto aan de wagen van Han of schrift Hans’ auto voor de bolide van Hans. Waarom oogt Aus­tral­iës achter­land toch een beet­je raar, net als Josés vakantieplan­nen? Willy’s voors­tel en Roys ontwerp zijn alle­bei cor­rect, maar dat voelt wat onwen­nig en tegenstrijdig.

Toch zijn de regels in het Ned­er­lands redelijk recht­toe, rech­taan – zelfs al druisen de uitvloeisels daar­van soms tegen je intuïtie in. De bezit­telijke ‑s plakt vast aan het voor­gaande woord, ten­z­ij er uit­spraakver­war­ring ontstaat.

In het Engels zijn de regels zo mogelijk nog sim­pel­er. Daar plaats je alti­jd een apostrof‑s, ten­z­ij het woord in het meer­voud staat en op een s eindigt, of een naam uit de klassieke oud­heid is (in bei­de gevallen gebruik je dan alleen een apos­trof). Voor­beelden zijn John’s moth­er en Douglas’s broth­er; the boys’ class­mates en the Jack­sons’ house; en Zeus’ thun­der­bolts.

Verder lezen Brood­je ongeïnteresseerd

Hallo!

Deze week stond ik er weer even bij stil, met vrien­delijke dank aan twee anon­ieme jongedames. Wat doen we toch vaak moeil­ijk over taal.

Niet dat dat raar is, hoor. Ik snap wel waarom we er moeil­ijk over doen. Waarom we taal omk­le­den met regels, en uit­zon­derin­gen op die regels. En dan mak­en we weer regels voor die uit­zon­derin­gen en ook weer uit­zon­derin­gen op die regels.

We spreken taal, heel veel tal­en, en in nog veel meer ver­schil­lende accen­ten. En we schri­jven taal, met let­ters of tekens of andere sym­bol­en. In die schri­jf­taal zijn er vaak ook nog eens ver­schil­lende mogelijke spellin­gen voor het­zelfde woord. En ook een hele zwik interpunctietekens.

Voor veel begrip­pen hebben we meerdere woor­den die elka­ar in beteke­nis benaderen of over­lap­pen. Zo kun­nen we dezelfde bood­schap op ver­schil­lende heel manieren ver­pakken, in uiteen­lopende sti­jlen. En van heel wat woor­den kun­nen we de geschiede­nis trac­eren tot wel duizen­den jaren geleden.

Kor­tom, we zijn flink met taal bezig. Dat kan ook niet anders: dat is wat ons mens maakt.

Maar toch, soms is het zo sim­pel. En dan kom ik weer bij de twee jongedames die ik al noemde. Blondines alle­bei, in een opperbeste bui en, zo schat ik, vier jaar oud.

Verder lezen Hal­lo!

Onderontwikkeld

Al weken – nee, al maan­den rijd ik ’s ocht­ends op de fiets, op weg naar school met de kinderen, langs een pand. En steeds denk ik: hier moet ik eens iets over schri­jven. Maar ja, luie don­der die ik ben, ik kwam er steeds maar niet aan toe. Tot nu dan. Dit is dat pand.

Onderontwikkeld?
Onderon­twikkeld?

Ik weet niet pre­cies wat er in dit gebouw gehuisvest is, maar vol­gens mij is het een dis­trib­u­tiecen­trum van TNT Post. Er staan ten­min­ste geregeld wagen­t­jes en mensen in postbodetenue.

Maar wat het ook mag zijn, vadert­je Post is ken­nelijk van plan om iets nieuws en meeslepends met deze plek te doen. Er hangt immers een omvan­grijke oproep met de vraag of u (en dan voel ik me maar aange­spro­ken) deze locatie wilt ontwikkelen.

De eerste keer dat ik dit doek zag had ik mijn tal­ige Piet­je Pre­cies-pet op, en ik dacht: potver­driedubbelt­jes! Maakt onze vriend TNT daar zomaar twee taal­fouten – en dat in een zin met maar vier woor­den! Dat is 50% mis­geschoten, daar maak je geen goede sier mee…

Verder lezen Onderon­twikkeld

Even checken

Het is je vast wel eens overkomen. Je bent op een web­site en voert wat gegevens in of vraagt wat gegevens op. En voor­dat de site je verder toe­laat tot zijn inge­wan­den, vraagt hij je eerst nog even om een paar let­ters en cijfers te lezen en die weer in de tikken. Alleen zien die tekens eruit alsof ze net door een man­gel gehaald zijn.

Zoi­ets dus.

Die let­terkro­nkels, zo heb ik onlangs geleerd, hebben een naam. En het is nog een leuke naam ook: captcha.

Verder lezen Even check­en

Salade

Vorige week heb je al gezien hoe de “achter­naam” van Julius Cae­sar de titel werd van de Romeinse heersers, en ook zijn weg vond naar het Ned­er­landse woord keiz­er.  (Strikt genomen was het niet zijn achter­naam, maar zijn cog­nomen: het derde deel van de naam van een Romeins staats­burg­er, in de con­ven­ties van het antieke Rome. De eerste twee delen waren het praenomen, de “voor-naam”, en het nomen gen­tile, de familienaam.)

Maar het ver­haal van cae­sar is daarmee nog niet klaar. Want niet alleen “onze” keiz­er­sti­tel stamt ervan af, ook het woord tsaar is een afgelei­de van cae­sar.

We asso­ciëren tsaren nu vooral met de Rus­sis­che monar­chie, maar de eerste die de titel voerde was een Bul­gaar. Prins Sime­on I heer­ste over Bul­gar­i­je van 893 tot 927, en halver­wege zijn bewind besloot hij dat de titel van prins hem toch wat te min­net­jes was. Dus noemde hij zichzelf keiz­er, cae­sar – tsar. “De Grote”, voegde hij er ook nog aan toe – want je moet natu­urlijk wel even duidelijk mak­en wie er de baas is.

Verder lezen Salade