Het rumoer rond de laatste twee, ingrijpende, herzieningen van de spelling van het Nederlands – in 1995 en 2005 – is inmiddels wel een beetje gaan liggen. Het doet niet echt pijn meer dat een pannenkoek een pannenkoek is en dat een kattebelletje en een kattenbelletje twee verschillende dingen zijn.
Er valt intussen nog best wat af te dingen op hoe “ingeburgerd” de nieuwe spellingsregels zijn, maar dat is iets voor een ander stukje. Hier gaat het over het feit dat veel meer termen dan vroeger nu aaneengeschreven worden, zonder streepjes of spaties. En dan wil ik specifiek kijken naar combinaties van een bijvoeglijk naamwoord of telwoord + zelfstandig naamwoord + zelfstandig naamwoord. Die schrijf je namelijk aan elkaar, als één woord.
Ik heb daar even aan moeten wennen. Een term als het Engelse long-term planning vind ik elegant en overzichtelijk: je ziet mooi hoe de drie componenten zich tot elkaar verhouden. Deel één zegt iets over deel twee, en die zijn met een streepje verbonden. Samen zeggen ze weer iets over deel drie, en daar staat een spatie tussen.
Ook in het Nederlands zou je “lange-termijn planning” kunnen schrijven, maar het is toch echt langetermijnplanning – één woord. Hetzelfde geldt voor eenpersoonsbed, tweetaktmotor en driegangendiner. Dat zijn woorden die vrij gangbaar zijn en door veel lezers probleemloos verorberd zullen worden. Maar geldt dat ook voor iets minder vaak gelezen termen als korteafstandsvlucht, hogeresolutiebeelden en rodewijnglas?
Natuurlijk, je snapt ergens wel dat bij “het rode wijnglas” het glas rood is, en bij “het rodewijnglas” de wijn. En dat je het dus ook nog over “het rode rodewijnglas” zou kunnen hebben. Maar geef toe: dat woord blijft er raar uitzien…
Verder lezen Wijnglas