Al weken – nee, al maanden rijd ik ’s ochtends op de fiets, op weg naar school met de kinderen, langs een pand. En steeds denk ik: hier moet ik eens iets over schrijven. Maar ja, luie donder die ik ben, ik kwam er steeds maar niet aan toe. Tot nu dan. Dit is dat pand.

Ik weet niet precies wat er in dit gebouw gehuisvest is, maar volgens mij is het een distributiecentrum van TNT Post. Er staan tenminste geregeld wagentjes en mensen in postbodetenue.
Maar wat het ook mag zijn, vadertje Post is kennelijk van plan om iets nieuws en meeslepends met deze plek te doen. Er hangt immers een omvangrijke oproep met de vraag of u (en dan voel ik me maar aangesproken) deze locatie wilt ontwikkelen.
De eerste keer dat ik dit doek zag had ik mijn talige Pietje Precies-pet op, en ik dacht: potverdriedubbeltjes! Maakt onze vriend TNT daar zomaar twee taalfouten – en dat in een zin met maar vier woorden! Dat is 50% misgeschoten, daar maak je geen goede sier mee…
Want die “U”, dat hoort u te zijn, met een minuskel (kleine letter). En die “lokatie”, dat moet locatie zijn, met een c. Het kan toch niet zo zijn dat zo’n groot bedrijf onder een rots heeft liggen slapen sinds de spellingshervorming van bijna 15 jaar geleden?
Maar ik zei het al. Ik ken dat ding al weken. Al maanden. En uit vertrouwdheid groeit dierbaarheid – we zijn dus toch een beetje vriendjes geworden. Gaandeweg ben ik zijn smetplekjes gaan relativeren, in de wetenschap dat het Nederlands een vrij fundamentalistische houding heeft tegenover taal: dingen zijn óf goed óf fout. En daar valt het nodige op af te dingen, zoals trouwe Taaleidoscoop-lezers al weten.
Als we vinden dat ongelooflijk en ongelofelijk zij aan zij mogen bestaan, waarom dan niet locatie en “lokatie”? Als het de én het aanrecht kan zijn, waarom dan niet u en “U”?
Het blijft een spannend spanningsveld (is dat een pleonasme?). Natuurlijk kun je niet alles toestaan, er moeten taalregels zijn. Taal impliceert structuur, anders werkt hij niet. En natuurlijk kun je nooit alles in regels vatten, taal is plastisch. Taal is een ecosysteem waarin van alles leeft en groeit en paart en sterft.
Toch, in dit geval – het spijt me, vadertje Post – zou ik deze tekst met een u en een c geschreven hebben. Hopelijk komt er snel, e‑i-n-d-e-l-i-j‑k eens iemand die deze locatie ontwikkelt, en dan kunnen ze dat doek ook weer weghalen.
Dag Harman,
Wat ontzettend leuk om weer iets van je te horen. Er wordt in dit land helaas veel te weinig genoten van alle vreugde, die taal iedere dag weer te bieden heeft: vooral de creatieve kant ervan kan ons enthousiasme tot grote hoogte brengen. Alleen al het spel met de voorvoegsels van werkwoorden. Probeer het eens te ondervinden of uit te vinden, of misschiener misschien juist niets aan te vinden. Prachtig spel met kinderen.Tot ziens/horens. Wilma (en Johannes uiteraard) Lievaart.