De taalterm van deze week, hoofdtelwoord, heeft nogal wat aan zijn kop. Telkens als mensen iets willen uitrekenen, komen ze bij hem langs. Ook als ze dingen moeten meten, weten ze hem te vinden. En bij elke race moet hij weer opdraven aan het begin: drie, twee, één… Lees verder!
Definitie
Een hoofdtelwoord is een telwoord waarmee je een aantal of hoeveelheid aangeeft.
Je kunt hiervoor ook de termen kardinale of kardinaalgetal tegenkomen.
Naast hoofdtelwoorden heb je ook nog rangtelwoorden.
Voorbeelden
Woorden die cijfers aanduiden zijn hoofdtelwoorden, zoals één, twee, drie, veertig, zesentachtig en honderd.
Daarnaast heb je de oplopende machten van tien, zoals miljoen, miljard, biljoen, triljard etc. Ook googol en googolplex zijn hoofdtelwoorden.
Maar een hoofdtelwoord kan ook een niet-precies aantal omschrijven, zoals veel, enkele, alle, menige en voldoende.
Ten slotte gelden ook woorden als geen (0), beide (2), dozijn (12), paar (2) en gros (144) als hoofdtelwoorden.
Etymologie
- hoofd– (leidend) + tel (van tellen) + woord
Deze herkomst roept een vraag op. Als de hoofdtelwoorden “leidend” zijn, wat of wie volgt er dan op? Dat zijn de rangtelwoorden die ervan zijn afgeleid en die de plaats in een volgorde aangeven, zoals eerste, twaalfde en duizendste.
Weetje
Ook de woorden nul en zero zijn hoofdtelwoorden. Die geven immers óók een hoeveelheid aan, namelijk dat er niets van iets is.
Bonus-weetje
Hoofdtelwoorden zijn te verdelen in een “bepaalde” en “onbepaalde” soort. In deze TVDW lees je daar veel meer over!