De taalterm van deze week, back-formation, houdt wel van een dansje. Gewoon saai steeds een stapje vooruit, dat gaat toch snel een beetje vervelen, vindt hij. Nee, veel liever maakt hij een zijsprongetje, of zelfs een hele pas terug. Want zeg nou zelf: een wals is toch veel mooier dan een mars?
Definitie
Back-formation of terugvorming of retrograde vorming is een taalproces waarbij een nieuw woord ontstaat op basis van een andere term door een affix (meestal een voor- of achtervoegsel) of een vermeend affix weg te laten.
Oké, niet gillend wegrennen. Dat klink enorm technisch, maar het is niet moeilijk. Wat je moet onthouden is dat de volgorde van woordvorming is omgekeerd.
Meestal begin je bij een basiswoord, een lexeem. Zeg: bak. Daar kun je andere woorden van afleiden door er een affix aan te plakken. Dat kan met de affix aan het eind (bakken, bakker, bakte), aan het begin (gebak, opbak), of beide (gebakjes).
Bij back-formation gebeurt precies het omgekeerde. Dan heeft een bestaand woord al een affix – of iets wat op een affix lijkt – en dan ontstaat er een nieuw woord als dat (vermeende) affix wegvalt.
Voorbeelden
Het Engelse woord voor raaf is raven, en in het Middelnederlands was ons woord voor raaf (let op: één raaf!) ook raven. Het was toen dus: één raven, twee ravens. Maar gaandeweg ging dat “raven” steeds meer als een meervoud klinken, met die -en aan het eind. En toen is het nieuwe enkelvoud raaf ontstaan, met raven als het nieuwe meervoud.
In het Engels vind je een soortgelijk voorbeeld met het woord cherry. In het Anglo-Normandisch (een aan het Frans verwante voorloper van het Engels) was het woord voor kers cherise. Denk aan het huidige Franse woord voor kers: cerise. Maar voor middeleeuwse Engelse oren begon dat cherise steeds meer als een meervoud te klinken, met die s‑klank aan het eind. En toen is het Middelengelse woord chery ontstaan (nu: cherry) als een nieuw, “teruggevormd” enkelvoud.
Een derde voorbeeld is nog volop in ontwikkeling. Het Engelse zelfstandig naamwoord supporter heeft in de eerste helft van de 20e eeuw de overstap gemaakt naar het Nederlands. Daarbij is een nieuw werkwoord gevormd door er het Nederlandse affix -en aan te plakken: supporteren. Maar inmiddels heeft de back-formation supporten (die nog niet in Van Dale staat!) de overhand, en begint “supporteren” wat overdreven en knullig te klinken.
Etymologie
De term back-formation (of terugvorming) legt zichzelf min of meer uit:
- back (terug, achterwaarts) + formation (vorming, totstandkoming)
Weetje
Het “normale” proces waarbij affixen aan een lexeem worden vastgeplakt heeft ook een fancy naam: agglutinatie.