De taalterm van deze week, affix, heeft geen zin om op zichzelf te gaan wonen. Hij is namelijk niet zo zelfstandig. Veel liever blijft hij in de buurt van vrienden en familie. Als hij in zijn eentje is, voelt het leven voor hem een beetje… betekenisloos.
Definitie
Een affix is een taalelement dat niet op zichzelf kan staan, maar dat je toevoegt aan een grondwoord.
Voorvoegsels (prefixen) en achtervoegsels (suffixen) zijn voorbeelden van affixen.
Voorbeelden
- waar+heid
- reken+schap
- ver+staan
- be+vriend
Etymologie
De bouwblokken van deze taalterm vind je in het middeleeuws Latijn:
- affixare (vastmaken), van ad (aan) + figere (bevestigen)
Weetje
Een affix kan niet alleen voor of na, maar ook in een woord zitten. Dat noem je een infix.
Drie voorbeelden:
- geluid+s+overlast
- in+ge+pakt
- minister+s+-presidenten