De woorden hanger en hangar lijken erg op elkaar, maar zijn zeker niet onderling uitwisselbaar. Gelukkig klinken ze ook anders, wat het makkelijker maakt om ze uit elkaar te houden. Wanneer kies je welke spelling? We leggen het uit!
Waar hebben we het over?
Het woord hanger is van Protogermaanse komaf en is afgeleid van het werkwoord hangen. Hangar is daarentegen een leenwoord uit het Frans en is van Frankische oorsprong. Geen wonder dat ze, ondanks de bijna identieke spelling, iets heel anders betekenen.
Betekenis en gebruik
- Het woord hanger omschrijft een object dat zelf hangt (zoals een oorhanger) of waaraan je iets anders ophangt (zoals een kleerhanger).
- Een hangar is een grote overdekte loods of bergplaats (zoals voor vliegtuigen of bussen)
Voorbeelden
- Ze heeft een mooie hanger aan die gouden ketting gedaan.
- De kandelaar is versierd met kristallen hangers.
- De F‑16 is voor onderhoud in hangar 34.
- Bij vissershavens staat vaak een gekoelde hangar om de vangst in te bewaren.
- Pas toen hij terug was in de bushangar zag de chauffeur dat iemand een paar oorhangers in zijn lijnbus had laten liggen.
Even opletten
De woorden hanger en hangar lijken erg op elkaar, maar ze klinken anders:
- hanger klinkt als [HANG-er] (rijmt op banger)
- hangar heeft twee mogelijke uitspraken: [hang-GAAR] met de g van goal (rijmt op egard) óf met de g van gat(rijmt op halfgaar)
Weetje
Dit is stiekem ook een Engelse TaapTip, want in het Engels is de verwarring over deze twee woorden nog groter. Zowel hanger als hanger bestaan ook in het Engels – denk aan clothes hanger en airplane hangar. Alleen klinken ze dan ook nog eens hetzelfde! Je kunt dan de uitspraak dus niet als geleide voor de spelling gebruiken.
Let op! In de betekenis van “hangend sieraad” zul je hanger in het Engels niet snel tegenkomen. Gebruik in plaats daarvan het woord pendant.
Bonus-weetje
Je las al dat hangar van oorsprong een Frankisch woord is. Het Nederlands heeft het eind 19e eeuw uit het Frans overgenomen. De etymologie verdient wat extra aandacht, want die is erg fraai.
Het Frankische haimgard, de voorloper van hangar, is samengesteld uit haim (“dorp” of “thuis”, denk aan het “heim” uit heimwee en het “heem” in inheems) en gard (“ingesloten ruimte”, denk aan boomgaard of diergaarde).
Een hangar is dus een “heemgaarde”, letterlijk een afgebakende ruimte waarin iets thuishoort.