De taalterm van deze week, autoniem, heeft niets te verbergen. Sterker nog, hij is erg verknocht aan zijn vertrouwde thuisbasis. En hij vindt ten slotte ook dat hij zelf zijn eigen beste ambassadeur is.
Definitie
Een autoniem is de auteursnaam van een boek of artikel als die naam óók de echte naam van de schrijver is.
Het woord autoniem heeft nog een tweede betekenis, die ook met taal te maken heeft. Het kan ook slaan op endoniemen: namen van geografische plaatsen zoals ze in de eigen taal worden gebruikt. In deze betekenis is de term endoniem gebruikelijker.
En ten slotte kan autoniem ook verwijzen naar een woord als je het in een zin gebruikt om dat woord zelf aan te duiden, en niet zijn betekenis. Bij dit gebruik plaats je het autoniem vaak tussen aanhalingstekens of cursiveer je het.
Voorbeelden
Eerst de ene betekenis:
- J.K. Rowling is geen autoniem, want Joanne Rowling heeft geen middelste naam. Die ‘K’ staat dus nergens voor.
- Harry Mulisch is wel een autoniem. Voluit heette de auteur Harry Kurt Victor Mulisch.
En dan de tweede:
- ‘Norge’ is het autoniem / endoniem voor Noorwegen.
- ‘Nai Dilli’ is het autoniem / endoniem voor New Delhi.
En ten slotte de laatste betekenis. In de eerste zin staan de woorden kiosk en computer in hun gangbare betekenis, maar in de tweede zin zijn het autoniemen:
- In de kiosk zat de luie verkoper op zijn computer Tetris te spelen.
- Bijna iedereen weet dat ‘computer’ een Engels leenwoord is, maar het is minder bekend dat ‘kiosk’ van oorsprong een Perzisch woord is.
Etymologie
- auto- (zelf, eigen) + -oniem (naam)
Weetje
Als een auteur onder een fictieve naam schrijft, noem je zo’n naam een pseudoniem.
Maar er is nóg een optie: een boek of artikel schrijven en het publiceren onder de naam van een andere, echt bestaande persoon. Zo’n “neppe” auteursnaam noem je een alloniem.