Taalterm: Dooddoener

De taal­term van deze week, doo­d­doen­er, wil vooral gelijk kri­j­gen. Of hij ook gelijk hééft, dat inter­esseert hem niet zo veel. Hij vin­dt al snel dat een gesprek te lang gedu­urd heeft, en aarzelt niet om de boel dan ook maar res­olu­ut af te kappen.

Definitie

Een doo­d­doen­er is een stelling of redener­ing die eigen­lijk niets toevoegt aan het gesprek.

Doo­d­doen­ers zijn vaak algemene uit­sprak­en (of zelfs spreek­wo­or­den) die geen waarde hebben als je ze toepast op een spec­i­fiek geval.

Een doo­d­doen­er is vaak een con­ver­sa­tion stop­per: je kunt er niets tegen inbren­gen. Veel doo­d­doen­ers zijn ook clichés.

Voorbeelden

  • Mooi rood is niet lelijk.
  • Waarom? Daarom!
  • Tja, dat kan iedereen overkomen.

Etymologie

Het zelf­s­tandig naam­wo­ord doo­d­doen­er is afgeleid van een werk­wo­ord dat inmid­dels bij­na in onbruik is geraakt:

  • doo­d­doen (dood of krachteloos maken)

Weetje

Een ver­wante (of zelfs syn­on­ieme) term is: macht­spreuk. Met een macht­spreuk (of macht­wo­ord) zet je in feite het gesprek op slot. Het is een betekenis­loos zijspoor waar je geen weer­wo­ord tegen kunt hebben, zodat de gedachtewis­sel­ing stopt.

 

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties