Bij het woord voorhanden zie je meteen uit welke bouwsteentjes het is opgebouwd. Maar toch betekent het heel iets anders dan “voor handen”, twee woorden. Wat is het verschil en hou houd je ze uit elkaar? We zoeken het uit!
Waar hebben we het over?
Sommige al eeuwen samengestelde woorden kun je nog steeds lospeuteren tot hun afzonderlijke bestanddelen, maar dan is de betekenis vaak anders.
Betekenis en gebruik
- Voorhanden is een bijvoeglijk naamwoord; het betekent “aanwezig”, “beschikbaar”, “voorradig”.
- Voor handen is een gelegenheidscombinatie van twee woorden: voor (voorzetsel, “met betrekking tot”) en hand (zelfstandig naamwoord, “lichaamsdeel aan het eind van de arm”).
Voorbeelden
- Helaas is voor dit probleem nog geen oplossing voorhanden.
- De voorhanden goederen zijn na het faillissement allemaal opgekocht.
- Voor handen adviseren wij onze aloë vera zalf.
Even opletten
In het voorbeeld hierboven heb ik gekozen voor voor in de zin van “met betrekking tot”, maar voor kan natuurlijk van alles betekenen. Het kan het tegengestelde zijn van achter, tegen, na, etc.
Voor deze TaalTip gaat het erom om te onthouden dat voorhanden zin de zin van “beschikbaar” één woord is.
Weetje
De huidige betekenis van voorhanden bestaat al sinds zeker 1560. Het combineert voor (“aan de voorkant”) methanden. Dus voorhanden was eerst letterlijk “vóór de handen”, “binnen handbereik”.
Dat kun je ook als ezelsbruggetje aanhouden: kun je in een zin voor+handen vervangen door “voor de handen”, dan schrijf je het als twee woorden.