De taalterm van deze week, exclusieve “wij”, is niet graag alleen. Toch is hij ook geen allemansvriend. Je moet hem vrij goed kennen (en een beetje opletten) om te weten of hij je tot zijn clubje toelaat of niet.
Definitie
De exclusieve “wij” of exclusieve wij is een gebruik van het woord wij of we waarbij degene die aangesproken wordt géén onderdeel uitmaakt van de groep die “wij” aanduidt.
Als je het hardop uitlegt, betekent de exclusieve “wij” zoiets als: “ik en sommige anderen, maar niet jij”. Op dezelfde manier kunnen trouwens ook de woorden ons en onze exclusief zijn.
Voorbeelden
- Passen jullie goed op het huis terwijl we op vakantie zijn?
- Voor u is het misschien normaal, maar wij zouden nooit naar een naaktstrand gaan!
- Meneer, heeft u onze hond misschien gezien?
- Ons probleem is dat jullie steeds te laat komen.
Zie je hoe in deze zinnen de personen tot wie de spreker zich richt niet horen bij de mensen die “wij” zijn? Daarin zit hem de exclusiviteit van deze wij.
Etymologie
Deze taalterm legt zichzelf min of meer uit:
- exclusief (“buitensluitend”, van het Latijnse ex- [uit] + claudere [sluiten]) + wij (persoonlijk voornaamwoord, eerste persoon meervoud)
Weetje
Je voelt hem al aankomen: er is natuurlijk ook een inclusieve “wij” (en dus ook een inclusieve “ons”). Het taalknopje dat je omzet om de stap van inclusief naar exclusief en andersom te maken heet met een chique term clusiviteit.
Bij de inclusieve “wij” hoort de aangesprokene wél tot de wij-groep. Kijk maar:
- Schiet op jongens, we moeten nu vertrekken.
- En, wat vinden jullie tot nu toe van onze vakantie?
Bonus-weetje
Het verschil tussen een exclusieve en inclusieve “wij” kan best nauw luisteren. Veel hangt af van de context en van de verwachtingen en aannames van de gesprekspartners.
Stel je voor dat een collega vandaag tegen je zegt: “We gaan vanavond de stad in”. Denk je dan dat jij zelf ook meegaat of niet? Voor je het weet heb je een misverstand te pakken…