In de buurt waar ik woon heerste de afgelopen weken een wat sluimerend, onbestemd gevoel. Mijn gemeente had namelijk net een nieuw systeem van afvalinzameling ingevoerd, waarbij de oude “duobak” (een grote container met twee vakken, voor groenafval en restafval) werd vervangen door twee “minicontainers”, een voor elk soort afval. De oude container werd wekelijks geleegd, maar onder het regime van het Nieuwe Inzamelen gelden verfijndere regels: de grijze bak elke maandag, en de groene bak elke tweede woensdag. De containers moeten ook nog op een bepaalde manier aan de straat gezet worden, wat aanleiding gaf tot de informatiecampagne 2 aan 2 – prima zo!

Nu is deze gemeente meestal heel netjes in haar communicatie met de burgers. En ook in dit geval volgde de ene brief op de andere folder om ons allemaal duidelijk te maken wat er wanneer ging gebeuren.
Maar toch, ik zei het al: er heerste een sluimerend, onbestemd gevoel in de buurt. Want wanneer moeten nou die groene kliko’s naar buiten? Het Nieuwe Inzamelen was al een week of twee van kracht, maar ik had nog geen gft-bak op de stoep zien staan. Dus ik las er nog even de laatste brief van de gemeente op na: de groene containers worden “op de oneven woensdagen” geleegd.
De eerstvolgende woensdag was 7 april, een oneven dag. Dus ik zette vrolijk op dinsdagavond mijn bak op de stoep. Meteen bekroop me een gevoel van twijfel. Geen andere minicontainer te bekennen… Niet één. Ik dacht nog: morgen is toch echt een oneven woensdag – dus ik liet mijn gft-bak staan en liep enigszins bedremmeld terug naar huis. De volgende ochtend vroeg stond er gelukkig een hele kudde groene bakken, die allemaal duidelijk hunkerden om geleegd te worden. Ik ging opgelucht naar mijn werk: lang leve de oneven woensdag!
Maar bij thuiskomst zag ik alle bakken er nog staan, en allemaal nog even vol. Hmmm. De vriendelijke dame van de gemeente die ik aan de lijn kreeg toen ik belde op zoek naar opheldering, suste meteen mijn onzekerheid: “Sorry, er staat een fout in onze brief. Het zijn de woensdagen van de oneven weken.” Aha!
Kijk, ik heb uit mijn hoofd geen idee welke week een “even” week is, maar er zijn planners en regelaars die deze om-en-omkalender feilloos in hun brein hebben zitten. Voor hen is “een oneven woensdag” even vanzelfsprekend als een kopje thee. De brief die ik raadpleegde was kennelijk door zo’n brein geschreven. Mysterie opgelost.
Afijn, de volgende (oneven) dinsdagavond zette ik mijn gft-bolide opnieuw aan de straat. Alwéér geen andere container te bekennen. De volgende dag was het niet veel beter: er stonden er misschien een schamele vier, vijf. Maar die werden wél allemaal netjes geleegd…