In een tekst stond de volgende zin: “Het rapport mistte belangrijke informatie”. En dat is dus fout. Maar waarom? En nu we het er toch over hebben: waarom zijn de woorden miste en mistte zo makkelijk door elkaar te halen? We leggen het uit!
Waar hebben we het over?
Woorden met dezelfde klank maar een verschillende schrijfwijze zijn vaak een bron van verwarring.
Betekenis en gebruik
- Miste is de onvoltooid verleden tijd enkelvoud van het werkwoord missen (niet raken, mislopen).
- Mistte is de onvoltooid verleden tijd enkelvoud van het werkwoord misten (nevelen, mistig zijn).
Dat klinkt misschien een beetje technisch, maar je ziet meteen waar het verschil ligt: de ene is een versie van missen, de ander van misten. Het zijn dus gewoon twee heel andere werkwoorden.
Voorbeelden
- Ik miste mijn vriendje enorm toen hij in Rome zat.
- De aanval was voorbeeldig, maar toch miste de spits het doel.
- Op zondag mistte het, dus we zijn maar niet gaan wandelen.
- Het mistte zo erg dat ik onze schuur niet eens kon zien.
- Doordat het op de snelweg mistte, miste ik de afslag.
Even opletten
Het punt waar het wringt is hier het woord misten (met één t). Dat is namelijk twee dingen: én de verleden tijd meervoud van missen (De geliefden misten elkaar) én het hele werkwoord van misten (Als het gaat misten, blijf ik thuis).
Hetzelfde geldt voor mist: dat is én een vervoeging van missen (Hij mist zijn moeder) én een vervoeging van misten(Het mist hier bijna nooit).
Oftewel: misten en mist kunnen zowel meervoud als enkelvoud zijn, zij het bij verschillende werkwoorden. Maar omdat ze precies hetzelfde klinken en de spelling identiek is, kun je ze niet verkeerd uitspreken of schijven. Het zijn 100% homoniemen.
Voor miste en mistte geldt dat niet: er is een verschil in spelling. En je kunt niet op je gehoor afgaan, want ze klinken precies hetzelfde. Er zit dus niets anders op dan even op de pauzeknop te drukken en te denken: om welk werkwoord gaat het hier, missen of misten?
Weetje
Als ezelsbruggetje kun je onthouden dat mistte eigenlijk alleen voorkomt in combinatie met het woord het. Je broer kan niet misten, je tandarts kan niet misten, alleen “het” mist.
Dus zodra je schrijft “ik miste” of “hij miste” of “wij misten” of “je miste” – dan weet je dat je de versie met één t moet pakken.
Alleen bij het moet je echt extra opletten:
- Het toneelstuk was wel leuk, maar het miste diepgang.
- Toen we in Schotland aankwamen, mistte het drie hele dagen.
De openlucht avondvoorstelling miste diepgang en ging vervolgens volledig de mist in omdat het begon te misten. Het mistte zo erg dat we de rest moesten missen, wat we daarna wel erg gemist hebben.
Bravo!