Lijkend op een smak

Het gebruik van d’s en t’s bij werk­wo­ord­ver­voeg­in­gen is berucht bij mensen die als vol­wasse­nen het Ned­er­lands proberen te leren. Maar ook voor de inboor­lin­gen van de pold­er zijn het ste­nen waar je je meer dan twee keer aan stoten kunt.

Is het nou “Ik heb geleaset” of “Ik heb geleased”? Is het “Het afval werd geloost” of “Het afval werd geloosd”?

Verder lezen Lijk­end op een smak

Mag het een botoxje meer zijn?

Op het album The Voice van Bob­by McFer­rin uit 1984 staat een fan­tastisch num­mer waarin hij de mensen aanspreekt die op straat lopen met een koptele­foon op hun hoofd. McFer­rin her­haalt in dit lied voort­durend een klank die je, als je het voor de eerste keer hoort, niet herkent. Het klinkt zoi­ets als “ama-o-woh-meh”.

Het lied zegt tegen de koptele­foneerders: haal dat ding eens van je hoofd en ga gewoon zin­gen, dat is veel leuk­er. Je kunt zelf muziek mak­en. En dan ver­s­ta je in een keer wat hij al die tijd al heeft her­haald: I’m my own walk­man. Hou die even vast; je komt hem zo weer tegen.

Verder lezen Mag het een botox­je meer zijn?

Een beetje hyperig

Bin­nen één taal wor­den dezelfde woor­den in ver­schil­lende dialecten vaak anders uit­ge­spro­ken. Aan iemands accent valt veel af te lezen, voor iemand die het onder­scheid kan herken­nen. Bijvoor­beeld uit welk deel van het land hij komt, soms zelfs uit welke stad. Een Groninger spreekt het woord tijd anders uit dan iemand uit Haar­lem. Een Rot­ter­dammer geeft rood een andere draai dan iemand uit Limburg.

Het accent, en ook de woord­keus, waarmee iemand spreekt zegt vaak ook iets over zijn maatschap­pelijke rol en posi­tie. Je zult niet snel ambas­sadeur vin­den die plat Ams­ter­dams spreekt. Of probeer maar eens een dok­w­erk­er te vin­den die een flinke hete aar­dap­pel in de keel heeft. Als je de sociale lad­der wilt bek­lim­men, wordt er vaak (onu­it­ges­ro­ken) van je verwacht dat je je con­formeert aan de stan­daard­taal. Er is dan ook in de meeste tal­en één uit­spraak die alge­meen als de norm erk­end wordt – of, zoals we dat in Ned­er­land zeggen, die “alge­meen beschaafd” is.

Verder lezen Een beet­je hyperig

Moordnilap

Daar waar iets prak­tisch ver­richt wordt, daar waar zake­lijke, con­crete doelein­den nagestreefd wor­den, komt ooit het moment dat het aan­ge­name zich met het nut­tige wil gaan vereni­gen. Zo ook met taal.

Taal moet ontstaan zijn uit een bij­na biol­o­gis­che over­lev­ings­drift, als een manier om de kans te verkleinen door een leeuw opgepeuzeld te wor­den. Maar toen de taal er een­maal was, ging de mens er ook spel­let­jes mee spelen.

Verder lezen Moord­ni­lap

Laura Norder en de opdringerige r

Naar alle waarschi­jn­lijkheid heb je haar nog nooit gezien, de mooie Miss Norder. Lau­ra, voor ingewi­j­den. Ze is heel Brits, maar wil ook wel eens in Ameri­ka de kop opsteken. Ze loopt vaak rond op de afdel­ing Won­der­lijke Ver­schi­jnse­len op de bure­len van Taalei­doscoop. Onder haar hoede valt dan ook de intru­sive link­ing r, ook bek­end als de intru­sive r.

Dat is een wel heel vreemde vogel, en om hem te snap­pen moet je even doen alsof je Koningin Eliz­a­beth in het kwadraat bent: doe je best om over­dreven chic, geaf­fecteerd British Eng­lish te praten.

Verder lezen Lau­ra Norder en de opdringerige r