Neem wat oud wit brood, een paar eieren, een beetje suiker en wat melk. Klop de melk, suiker en eieren door elkaar. Snijd de korstjes van het brood af en doop de sneetjes in het mengsel. Bak ze dan in boter in een koekenpan – en voilà, je hebt een heerlijk gerecht dat we in Nederland wentelteefjes noemen.

Een mooi woord is dat, wentelteefje. Het tweede deel van de samenstelling, “teefje”, is waarschijnlijk de verbasterde vorm van een oud woord voor een soort gebak. En het eerste deel geeft aan dat je deze teefjes in de pan moet wentelen om ze aan beide zijden gaar te bakken. Maar wij zijn lang niet de enigen die dit gerecht, of een variant erop, maken. En internationaal heeft het de meest uiteenlopende namen.
De Amerikanen noemen het French toast, maar er zijn geen aanwijzingen dat dit een recept van Franse origine is. In Groot-Brittannië wordt het eggy bread genoemd, of gypsy toast. Ook hier is er geen reden om aan te nemen dat zigeuners iets te maken hebben met de herkomst van de lekkernij. Maar het valt wel op dat de naamgeving steeds suggereert dat dit eten “van elders” komt.
In Frankrijk, intussen, wordt het pain perdu genoemd, verloren brood. Dat heeft te maken met het feit dat er oud brood in verwerkt wordt: het recept is van oudsher waarschijnlijk een manier om brood alsnog te gebruiken dat te hard is geworden om gewoon op te eten. In Vlaanderen komt ook de naam “verloren brood” voor.
Maar de mooiste benaming vind ik nog wel het Engelstalige poor knights of Windsor. Als kind vond ik dit al een prachtige, sprekende naam en bijbehorende etymologie. Het verhaal gaat zo.
Op weg terug van de kruistochten was een groep ridders op weg naar Londen. Ze waren al bijna thuis, maar het werd donker en ze moesten hun reis onderbreken, in de buurt van stadje Windsor. Alleen: ze hadden een probleem. Na de lange reis terug uit het heilige land was hun voedselvoorraad uitgeput. Het enige wat ze nog over hadden was een oud brood, en wat eieren, suiker en melk. Noodgedwongen bakten ze daarvan een geïmproviseerd goedje, dat vervolgens tot ieders verbazing buitengewoon smakelijk bleek te zijn.
Dit verhaal spreekt zo tot de verbeelding dat het niet alleen in het Engels heeft postgevat. Wentelteefjes heten in het Zweeds fattiga riddare, in het Deens en Noors arme riddere, en in het Fins köyhät ritarit, wat allemaal “arme ridders” betekent.
Misschien schuilt er wel een wijze en actuele les in deze kleine legende: in tijden van crisis moet je je niet wentelen in zelfbeklag, maar creatieve oplossingen zoeken met de middelen die je hebt.