Of vs. off

Als iets vanzelf­sprek­end is, zeg je dan in het Engels dat het “of course” zo is, of “off course”? Bei­de vor­men bestaan, maar ze beteke­nen iets heel anders én ze klinken anders. Hoe houd je ze uit elkaar?

Waar hebben we het over?

De woor­den of en off zijn bei­de voorzetsels. Voor het Ned­er­landse gehoor klinken ze ongeveer het­zelfde, en dan is een fout snel gemaakt. Toch zijn dit géén homo­fo­nen.

Betekenis en gebruik

  • Of betekent het­zelfde als “van” en klinkt zo: “uhv”.
  • Off betekent het­zelfde als “uit” en klinkt zo: “ohf”. Off is het tegen­overgestelde van on.

Let op! Ze klinken dus geen van bei­de zoals het Ned­er­landse of.

Voorbeelden

  • Some of us are hav­ing sec­ond thoughts about the plan.
  • Don’t for­get to switch the TV off.
  • John is an inex­pe­ri­enced sailor, so he steered his ship off course, of

Even opletten

Het woord off kan ook een bijvoeglijk naam­wo­ord zijn, in de beteke­nis van (onder andere) bedor­ven of afgelast.

  • That milk tastes a bit sour. I think it’s off.
  • The bride has been hos­pi­tal­ized, so the wed­ding is off for now.

Weetje

Voorzetsels kun­nen in het Engels ook onderdeel zijn van een werk­wo­ord, zoge­naamde phrasal verbs. Denk aan: stand up, break down. Er zijn ook veel werk­wo­or­den met off, zoals stand off, break off, lift off en wear off. In al deze gevallen kies je voor off, niet of.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *