De taalterm van deze week, homofoon, lijkt op het opnemen van de telefoon en dan niet weten welke van de twee zusjes je aan de lijn hebt: je kunt het verschil niet horen. En als kers op de taart is het woord homofoon er zelf ook een!
Definitie
Twee woorden zijn homofonen als ze iets anders betekenen maar hetzelfde klinken. De spelling kan ook identiek zijn, maar dat hoeft niet. Zie ook: homograaf en homoniem.
Voorbeelden
- Voor een Elfstedentocht is de eis dat het ijs zeker 15 cm dik is.
- Als een presidentskandidaat aan een ziekte lijdt, leidt dat zeker tot vragen van de pers.
- Als je zoveel gevaren hebt als ik, dan ken je de gevaren van de zee.
Etymologie
In de antieke wereld betekende het Griekse homophonos “dezelfde taal sprekend” of “met dezelfde toon”. Als taalterm dateert homofoon uit de 17e eeuw.
- homo (dezelfde) + phone (klank)
Weetje
Je las het al in de inleiding: homofoon ís een homofoon! Want er is een ander woord, met dezelfde klank (en spelling) dat een muziekterm is: meerstemmige muziek kan homofoon, polyfoon of monofoon zijn.