De geest van de gebatikte modetaal

Mensen mak­en foto’s en video’s van hun kinderen, van de hond of kat, van vrien­den en fam­i­liele­den, van mooie plek­jes op vakantie, van een vlin­der of een vlieg­tu­ig, zelfs van hun nieuwe auto… Noem maar op.

Het merk­waardi­ge is dat als je die foto’s veel lat­er terugzi­et, het vaak juist andere din­gen zijn die opvallen. Din­gen die onbe­doeld of onbe­wust zijn vast­gelegd, samen met de eigen­lijke aan­lei­d­ing voor de foto – zeg, de eerste glim­lach van kleine Sanne of Daan. Want wat heeft tante Ger­da een afgri­jselijke jurk aan! Moet je dat zien, dat ruit­jes­pa­troon, het is net een tafel­lak­en. En die bril van Cees! Godz­i­j­dank heeft hij nu con­tactlen­zen. Wat een ver­schrikke­lijk behang was dat, zeg, hoe hebben we dat ooit kun­nen uitkiezen, toen?

Intussen staan er op die foto’s nog steeds de kinderen en fam­i­liele­den en vrien­den en huis­dieren om wie het oor­spronke­lijk alle­maal draaide, maar die zijn nu veel min­der inter­es­sant dan de per ongeluk vereeuwigde tijdgeest. (De tijdgeest is de enige soort geest die je op een foto kunt vastleggen.)

Wat je op deze manier bij de horens vat is het fenomeen van de col­lec­tief wis­se­lende smak­en: de mode. De ene zomer moeten het hot­pants zijn, lief­st met een strak, half­doorschi­j­nend T‑shirt, en even lat­er zijn het gebatik­te blous­es die op de buik geknoopt wor­den, met daaron­der een wijde spijker­broek van dit of dat merk. De hoeveel­heid kleuren, stof­fen, vor­men, acces­soires en com­bi­naties daar­van waarmee je kunt var­iëren is ein­de­loos, en de reeks mod­e­veran­derin­gen dus ook.

Taalmode

Het taal­ge­bruik kent ook zo zijn mod­e­v­er­schi­jnse­len: woor­den of uit­drukkin­gen die ineens bij veel mensen in de smaak vallen – en die snel daar­na even­zoveel andere mensen mateloos gaan irriteren. Dit moet al eeuwen aan de gang zijn, maar in de recente geschiede­nis is con­fron­teren miss­chien wel het meest in het oog sprin­gende voorbeeld.

Hat gaat alweer beter, maar was een tijd dat je geen krant kon openslaan, geen tv-inter­view kon beluis­teren of er werd wel weer iemand met iets “gecon­fron­teerd”.

  • Dit jaar zal Blabla BV onverwacht gecon­fron­teerd wor­den met een tegen­val­lende omzet.
    Oftewel: Dit jaar zal de omzet van Blabla BV onverwacht tegenvallen.
  • Toen Cees van baan veran­derde, werd hij gecon­fron­teerd met een totaal andere bedrijfscultuur.
    Oftewel: Toen Cees van baan veran­derde, kreeg hij te mak­en met een totaal andere bedrijfscultuur.

Als je gecon­fron­teerd gebruikt, ver­plicht je je tot het gebruiken van de lij­dende vorm, en alleen daarom al moet je dit woord ver­mi­j­den. Boven­di­en is het – net als de meeste mod­e­wo­or­den – een panacee: je kunt het voor van alles en nog wat gebruiken. Maar daarmee ontsla je jezelf van de ver­plicht­ing om goed na te denken over wat het nou eigen­lijk is dat je zeggen wilt. Er zijn alti­jd alter­natieven beschik­baar waarmee je je ideeën helderder en ele­gan­ter kunt ver­wo­or­den, en dat is alti­jd de moeite waard.

Nog zo een: richt­ing. En nog een­t­je: naar of zelfs naar… toe. Je komt ze steeds vak­er tegen.

  • Ik wil Ger­da vra­gen om dit plan uit te leggen richt­ing de clubleden.
    Dus: Ik wil Ger­da vra­gen om dit plan uit te leggen aan de clubleden.
  • We moeten de voorde­len van dit prod­uct goed com­mu­niceren naar de con­sumenten toe.
    Dus: We moeten con­sumenten duidelijk mak­en wat de voorde­len zijn van dit product.

Hoe zal het dit soort uit­drukkin­gen ver­gaan? Je moet er toch niet aan denken dat ze ooit alge­meen aan­vaard Ned­er­lands gaan wor­den. Dan kri­jg je kinderen die op de lagere school tegen hun juf zeggen: “Juf Annie, ik ben mijn reke­nen aan het mak­en en ik word hier gecon­fron­teerd met een moeil­ijke vraag.”

Nee, laat zulke “viral” uit­drukkin­gen, net als de bril van Cees en de ruit­jesjurk van Ger­da, maar snel hopeloos oud­er­wets worden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *