Als je iemand uitnodigt voor het avondeten, komt hij dan langs voor een dinner of voor een supper? Het kan zijn dat beide woorden goed zijn, maar dat hoeft niet! Het hangt allemaal af van de culturele context.
Waar hebben we het over?
Soms beginnen woorden met een heel andere betekenis, maar worden ze na verloop van tijd synoniem.
Betekenis en gebruik
- Dinner is de hoofdmaaltijd van de dag, meestal ’s avonds gegeten.
- Supper is de laatste maaltijd van de dag.
Je ziet meteen waar hier de schoen wringt. Er hangt veel van af of de laatste maaltijd van de dag óók de hoofdmaaltijd van de dag is. Zo ja, dan zijn dinner en supper synoniem. Zo nee, dan eet je eerst dinner, en pas later supper.
Anders gezegd: een dinner kan een middagmaaltijd zijn, een supper niet.
Voorbeelden
- Wil you join us for dinner tomorrow?
- The Joneses had already had an early dinner, but they offered to make their unexpected guest some supper nonetheless.
- Tonight we’re having supper at a Michelin-star restaurant!
Even opletten
Vroeger was de situatie iets anders, want toen aten veel mensen de belangrijkste maaltijd van de dag tussen de middag. Later in de avond volgde dan nog een kleiner, lichter maal. Op deze manier is je dinner dus géén supper, want je hebt daarna nog een maaltijd te gaan.
Maar gaandeweg zijn de mores veranderd. Mensen kwamen tussen de middag niet meer thuis van hun werk, en de avondmaaltijd werd voor alle gezinsleden de hoofdmaaltijd van de dag. Oftewel: je supper werd ook je dinner.
Daarmee rijst alleen wel een probleempje. Want hoe noem je dan de maaltijd tussen ochtend en avond, als het geen dinner meer is? Ziedaar de opkomst van het woord lunch, met name na de industrialisatie van de 19e eeuw, met nog een boost vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw.
Weetje
In de Christelijke mythologie heet het “laatste avondmaal” van Jezus in het Engelse the last supper. Let op: dus niet “the last dinner”!
Dat klopt ook, want in de eerste eeuw zouden de meeste mensen inderdaad hun hoofdmaaltijd tussen de middag hebben gegeten. Jezus’ laatste maaltijd was dus een supper, want zijn dinner (die wij nu een stevige lunch zouden noemen) had hij eerder op de dag al gehad.
Bonus-weetje:
Bij de woorden dinner en supper hoort ook een werkwoord: respectievelijk to dine en to sup.
In die laatste term herken je misschien het woord soup al een beetje – en dat klopt, want ze hebben dezelfde herkomst! Toen de middagmaaltijd het hoofdmaal van de dag was, werd als supper vaak eenvoudig eten bereid zoals een soep, die je rustig in de middag op het vuur kon laten pruttelen.
Het middagmaal heet ook wel noenmaal.
Wat leuk, deze term kende ik nog niet! Wel noenen voor lunchen, dus dan ligt noenmaal ook voor de hand. Je herkent het Engelse woord noon (voor het middaguur) in deze woorden terug.