Soms vang je van die flarden op. Flarden van een gesprek, op straat of in een winkel. Of, zoals nu, op de radio.
Ik weet niet wie het was die met wie sprak, of op welke zender (ik was aan het zenderhoppen in de auto). Maar ik ving nog wel op dat het gesprek ging over bacteriën. De geïnterviewde, een vrouw, sprak enthousiast over haar onderzoek en had het erover dat er voor bacillen in onze mond lekker veel te eten is.

Het gevolg daarvan, zo legde ze uit, is “dat ze daar telig, zeg maar, wieren”. En op zo’n moment voel ik me een beetje als een bacterie in de mond van de taal. Telig wieren! Wat een heerlijke verspreking. En deze sympathieke onderzoekster is beslist niet de enige die dit spoonerisme in haar repertoire heeft. Als je online zoekt, vind je al snel meerdere webpagina’s die precies deze verhaspeling noemen.
Misschien komt het omdat je deze twee woorden niet vaak meer los van elkaar tegenkomt, en menigeen dus geen idee heeft wat ze eigenlijk betekenen. Een bezoekje aan de Dikke Van Dale verheldert dan veel.
Welig is familie van weelde, en dus ook van woorden als weelderig. Het betekent: rijkelijk, in overvloed. Maar ik denk niet dat veel mensen spontaan op het idee komen om op een feest de gastheer te complimenteren met het “welige buffet”. Of om bij de Keukenhof een lofzang op te steken over de “welige bloemperken”. Welig is toch zo’n beetje monogaam getrouwd met tieren. (Daar is ook een taalkundige term voor: collocatie.)
Tieren, intussen, is in deze betekenis ook al geen veel gebruikt woord. Je hebt natuurlijk tieren in de zin van: razen, tekeergaan, schreeuwen. Maar dat is dit niet; deze tieren betekent: goed gedijen, rijkelijk groeien. Maar ja, hoe vaak hoor je iemand zeggen dat de wereldeconomie nu “niet lekker tiert”? Of dat de nieuwe aanplant in zijn tuin “voorbeeldig tiert”? Nee, ook tieren zit knus is een collocatie met welig.
En zo beland je dan bij de bijna onuitspreekbare vaststelling dat, met vriendelijke dank aan de microfauna in onze mond, een vergipsing als “telig wieren” wierig teelt. Nee, tierig weelt. Nee… welig tiert!
Zo, en nu snel je panden toetsen!