Taalterm: Interjectie

De taal­term van deze week, inter­jec­tie, doet niet moeil­ijk over gram­mat­i­ca. Hij gaat gewoon lekker zijn eigen gang en werpt zo nu en dan iets tussen de andere woor­den door.

Definitie

Een inter­jec­tie is een taaluit­ing die (vaak als uitroep) op zichzelf staat, meestal geen deel uit­maakt van een zin en geen gram­mat­i­cale func­tie heeft.

Veel inter­jec­ties drukken een gevoel uit of boot­sen een klank na.

Voorbeelden

  • Gis­teren vond ik een kakker­lak in mijn bad­kuip. Jakkes!
  • Nou moe, ik dacht dat we om vijf uur had­den afgesproken.
  • Daan­t­je klom over de rand van zijn bed en boem, daar lag hij op de grond.

Etymologie

Dit woord is gevor­md op basis van het Lati­jnse interiec­tionem:

  • inter- (tussen) + iacere (wer­pen)

Weetje

Nu je gezien hebt wat de Lati­jnse ingrediën­ten zijn van inter­jec­tie, zal het je niet ver­bazen dat je deze taalvorm ook tussen­werpsel kunt noemen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *