Taalterm: Fabel

De taal­term van deze week, fabel, maakt je tegelijk aan het lachen én aan het denken. Hij lijkt heel non­cha­lant en sim­pel, maar intussen… heeft hij stiekem een wijze lev­ensles voor je in petto.

Definitie

Een fabel is een kort, vaak grap­pig ver­haal met een moralis­erende bood­schap, waarin in plaats van mensen vaak dieren, mythol­o­gis­che wezens of voor­w­er­pen de hoof­drol spelen.

De fabel is een van vele soorten sym­bol­is­che vertellin­gen. Denk bijvoor­beeld ook aan de para­bel, de mythe, de alle­gorie en het sprook­je. Het onder­scheid tussen deze vor­men is niet zwart-wit; veel vertellin­gen hebben ele­menten van een of meer van deze verhaalvormen.

Voorbeelden

  • De fabel van Aeso­pus over de haas en de schild­pad is een lev­ensles over hoogmoed.
  • Hoewel het een langer ver­haal is, kun je George Orwells ‘Ani­mal Farm’ ook als een fabel zien.
  • Ook een pop­u­lair kinder­boek als ‘The Gruffa­lo’ is eigen­lijk een fabel.

Etymologie

Via het Franse fable kun je deze taal­term terugvo­eren op het Latijn:

  • fab­u­la (ver­haal, ver­haal met een les), van fari (spreken, vertellen)

Weetje

Het woord fabel wordt ook over­drachtelijk gebruikt om aan te geven dat een tekst of bood­schap non­sens is. Bijvoorbeeld:

  • Astrolo­gen willen je lat­en geloven dat de ster­ren ons geluk bepalen, maar dat is een fabeltje.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *