De taalterm van deze week, anekdote, houdt wel van een beetje reuring. Een saaie opsomming van de feiten, daarmee hoef je bij hem niet aan te komen. Nee, liever vertelt hij over allerlei grappige gebeurtenissen, uit het leven gegrepen. Hij is dan ook een graag geziene gast op feesten en partijen.
Definitie
Een anekdote is een korte vertelling over een interessante of amusante biografische gebeurtenis.
Voorbeelden
- Heb je die anekdote al gehoord over Pims bezoek aan de dierentuin?
- Na elk bedrijfsfeest gonst het weer van de anekdotes over de uitspattingen van sommige collega’s.
Etymologie
Deze term hebben we geleend van het Frans (anecdote), dat het op zijn beurt weer ontleende aan het Latijn en uiteindelijk aan het Grieks: anekdota.
- an- (niet) + ekdotos (gepubliceerd)
Weetje
De Byzantijnse geschiedkundige Procopius (c. 500 – c. 554) schreef drie boeken over het bewind van keizer Justinianus, waar hij als reisgenoot van een belangrijke generaal ooggetuige van was. De eerste twee boeken gaan over oorlogen en publieke werken.
Maar in het derde boek, de Anekdota, tekende hij allerlei kritische details op over de corruptie en achterklap in het paleis. Dit waren de “niet-gepubliceerde” verhalen die de lezers nooit uit een officiële bron zouden horen. Een soort Justinianus-leaks, zeg maar.
Zo werd de voorloper van het woord anekdote geassocieerd met sappige verhalen over roddels en geheimen. Rond 1800, toen deze term in het Nederlands zijn intrede deed, was de betekenis al verwaterd en verbreed naar: “interessante vertelling”.
Bonus-weetje
Procopius was niet helemaal op zijn achterhoofd gevallen. Hij wist dat zijn Anekdota niet in de smaak zou vallen bij de machthebbers, en hij liet het boek dus pas uitgeven na zijn dood.