Eigenlijk was ik van plan om deze week iets te schrijven over een nieuw woord dat de jongste medewerker van Club Taaleidoscoop heeft gelanceerd. Het staat al wel in de kweekvijver, maar het verhaal eromheen zal even een weekje moeten wachten.
Want gisteren was ik getuige van een klein schouwspel dat ik jullie niet wil onthouden. Een slice of life uit Nederland anno 2010.
Ik was in het ziekenhuis voor controle en zat te wachten op mijn beurt in een röntgenkamer. Aan de ene kant van mij zat een eigentijds geklede bejaarde dame met een kloeke blik in haar ogen. Aan de andere kant, twee stoelen verderop, zat een jonge vrouw, stijlvol gekleed en met hoofddoek, die wat verweesd en ontredderd voor zich uit aan het staren was.
Haar partner, een zakelijk en al even stijlvol geklede jongeman, was driftig aan de telefoon een gesprek aan het voeren in accentloos Nederlands. Het ging over vergaderingen, afspraken, overleggen, dat soort werk. Alle aandacht ging uit naar zijn mobieltje, nul aandacht naar zijn vrouw. Toen hij eindelijk ophing, legde hij wel zijn hand op haar knie en sprak hij haar zachtjes toe (Turks, Farsi?), maar zij bleef glazig en eenzaam voor zich uitstaren.
Op dat moment werd ik weggeroepen, dus ik kon niet zien hoe de scène zich verder ontwikkelde. Mijn foto was echter snel gemaakt, en een paar minuten later liep ik door dezelfde wachtruimte weer terug naar buiten. Een heel ander tafereel ontvouwde zich nu.
De hippe zakenman was verdwenen en zijn vrouw stond, iets voorovergebogen, voor het koffieapparaat. Naast haar stond de kloeke bejaarde dame, met een arm om haar schouders. Ik ving maar een flard op van hun gesprek. De oude vrouw zei, “Je mag best huilen hoor, meisje, dat is helemaal niet erg.”

Ik heb natuurlijk geen idee wie deze mensen waren, wat hun verhaal is, waar het heen leidt. Maar ik voelde wel dat ik een glimp had opgevangen van waar “taal” echt om draait. Niet zozeer dit of dat woord in het Nederlands of in een andere moedertaal, maar de taal der mensen, in welk dialect dan ook. Een taal van compassie en begrip, geduld en troost.
Maar ook: een taal die culturele, geografische en generatieverschillen overstijgt. Een taal die gesproken en begrepen wordt door mensen zoals deze oude dame. Dát is pas integratie, meneer Wilders! En dat is een taal die er echt toe doet.