Plakje integratie

Eigen­lijk was ik van plan om deze week iets te schri­jven over een nieuw woord dat de jong­ste medew­erk­er van Club Taalei­doscoop heeft gelanceerd. Het staat al wel in de kweekvi­jver, maar het ver­haal eromheen zal even een week­je moeten wachten.

Want gis­teren was ik getu­ige van een klein schouwspel dat ik jul­lie niet wil onthouden. Een slice of life uit Ned­er­land anno 2010.

Ik was in het zieken­huis voor con­t­role en zat te wacht­en op mijn beurt in een rönt­genkamer. Aan de ene kant van mij zat een eigen­ti­jds gek­lede bejaarde dame met een kloeke blik in haar ogen. Aan de andere kant, twee stoe­len verderop, zat een jonge vrouw, sti­jlvol gek­leed en met hoofd­doek, die wat ver­weesd en ontred­derd voor zich uit aan het staren was.

Haar part­ner, een zake­lijk en al even sti­jlvol gek­lede jonge­man, was driftig aan de tele­foon een gesprek aan het voeren in accent­loos Ned­er­lands. Het ging over ver­gaderin­gen, afsprak­en, over­leggen, dat soort werk. Alle aan­dacht ging uit naar zijn mobielt­je, nul aan­dacht naar zijn vrouw. Toen hij ein­delijk oph­ing, legde hij wel zijn hand op haar knie en sprak hij haar zacht­jes toe (Turks, Far­si?), maar zij bleef glazig en een­za­am voor zich uitstaren.

Op dat moment werd ik weg­geroepen, dus ik kon niet zien hoe de scène zich verder ontwikkelde. Mijn foto was echter snel gemaakt, en een paar minuten lat­er liep ik door dezelfde wachtru­imte weer terug naar buiten. Een heel ander tafer­eel ontvouwde zich nu.

De hippe zak­en­man was verd­we­nen en zijn vrouw stond, iets vooroverge­bo­gen, voor het koffieap­pa­raat. Naast haar stond de kloeke bejaarde dame, met een arm om haar schoud­ers. Ik ving maar een flard op van hun gesprek. De oude vrouw zei, “Je mag best huilen hoor, meis­je, dat is hele­maal niet erg.”

M.C. Esther: "Tekenen" (lithografie, 1948)
M.C. Esther: “Teke­nen” (lith­o­grafie, 1948)

Ik heb natu­urlijk geen idee wie deze mensen waren, wat hun ver­haal is, waar het heen lei­dt. Maar ik voelde wel dat ik een glimp had opgevan­gen van waar “taal” echt om draait. Niet zozeer dit of dat woord in het Ned­er­lands of in een andere moed­er­taal, maar de taal der mensen, in welk dialect dan ook. Een taal van com­passie en begrip, geduld en troost.

Maar ook: een taal die cul­turele, geografis­che en gen­er­atiev­er­schillen over­sti­jgt. Een taal die gespro­ken en begrepen wordt door mensen zoals deze oude dame. Dát is pas inte­gratie, meneer Wilders! En dat is een taal die er echt toe doet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *