De Engelse woorden affluent en effluent lijken verdacht veel op elkaar, en ze behoren niet direct tot het dagelijkse repertoire van de gemiddelde niet-Engelssprekende. Reden te over dus om ze goed uit elkaar te houden, want ze betekenen zeker niet hetzelfde.
Waar hebben we het over?
Sterk verwante woorden hebben vaak een vergelijkbare betekenis, en in sommige gevallen kan die “vergelijkbaarheid” zelfs de vorm van een tegenstelling krijgen.
Betekenis en gebruik
Om te beginnen hebben beide woorden een aardrijkskundige betekenis.
- Een affluent is een kleinere toevoerstroom van een grote rivier – een instromende zijrivier of bijrivier dus.
- Een effluent is een afvoerstroom, zoals een waterstroom uit een meer of rivier.
Daarnaast heeft effluent nog een bredere “stroom”-betekenis.
- Een effluent kan ook een afvalstroom zijn uit een fabriek of installatie. De term kan bovendien verwijzen naar het materiaal waaruit zo’n stroom bestaat – denk aan afvalwater of rioolwater, of aan rook uit een schoorsteen.
Maar dan ben je nog niet klaar: beide woorden kunnen ook een bijvoeglijk naamwoord zijn.
- Affluent betekent “welvarend”, “overvloedig”, “rijk”, “overdadig”.
- Effluent betekent “uitgaand”, “wegstromend”.
Voorbeelden
- The river Raab is an affluent of the Danube.
- The Tapajos River is an effluent of the Amazon.
- The chemical plant manages its effluents responsibly.
- The toxic effluent from the basin has ruined our crop fields.
- Not all people born into nobility are affluent.
- Picasso’s affluent lifelong creativity is remarkable.
- Filters in the effluent canal help to purify the waste water.
Even opletten
Hoewel je het als leek niet snel zult tegenkomen, heeft effluent als leenwoord uit het Engels ook een plekje in het Nederlands verworven, binnen het vakgebied van de afvalverwerking. Het betekent: “gezuiverd afval- of rioolwater”.
Weetje
Het is geen toeval dat deze woorden beide met (water)stromen te maken hebben; het hoofdbestanddeel fluent verraadt dat al een beetje. Het is verwant aan fluid (vloeistof), en ook de Nederlandse tegenhangers vloeiend en fluïde hebben ook vaak te maken met water en stromen.
Als je maar ver genoeg teruggaat, zijn al deze termen verwant aan het Latijnse fluere (stromen, vloeien) en flumen (rivier).