Learn vs. teach

Leren is leren, toch? Jij leert mij hoe je een ei pocheert; ik leer van jou hoe ik mijn vet­ers kan strikken. Maar nee, het ene “leren” is het andere niet. Dat ver­schil mag in het Ned­er­lands dan onzicht­baar zijn, in het Engels is het dat zek­er niet.

Waar hebben we het over?

Als twee woor­den in een vreemde taal (hier: Engels) alle­bei ver­taald wor­den met het­zelfde woord in een andere taal (hier: Ned­er­lands), maakt dat het lastig om ze uit elka­ar te houden.

Betekenis en gebruik

  • Learn betekent “leren” in de zin van: onder­wi­js of instruc­ties krijgen.
  • Teach betekent “leren” in de zin van: onder­wi­js of instruc­ties geven.

Voorbeelden

  • Bet­ty wants to learn to speak Spanish.
  • Can you teach me how to draw cartoons?
  • If you are will­ing to learn, I can teach you to play chess.

Even opletten

Je kunt het werk­wo­ord to learn ook tegenkomen in een andere beteke­nis: ergens van op de hoogte gesteld wor­den / iets te weten komen.

  • We have just learned that Mr. Collins has been in a car accident.

Weetje

Tot de vroege negen­tiende eeuw werd het werk­wo­ord to learn in het Engels óók gebruikt in de beteke­nis van to teach. Dat gebruik is echter veran­derd, en een zin als I’m gonna learn him a les­son wordt nu gezien als incorrect.

Tot de vroege negen­tiende eeuw werd het werk­wo­ord to learn in het Engels óók gebruikt in de beteke­nis van to teach. Dat gebruik is echter veran­derd, en een zin als I’m gonna learn him a les­son wordt nu gezien als incorrect.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *