Aan de vooravond van het afgelopen weekend, het zal je misschien zijn opgevallen, heeft het Nederlands elftal op het WK voetbal een wedstrijd gespeeld tegen titelverdediger Spanje. De uitslag loog er niet om: 1–5 ten nadele van de regerend wereldkampioen. Er waren pareltjes, er waren juweeltjes, er waren gouden momenten.
Eén (taal)pareltje ontstond niet op het veld tijdens de match, maar daarna, in de berichtgeving. Er was een zinnetje dat in de pers steeds weer terugkwam, van linksbuiten tot rechtsvoor, van de spits tot in de achterhoede: Nederland vernedert Spanje.
In die ene uitspraak zit een prachtig een-tweetje verpakt. Je hebt hem vast al gezien, maar voor alle zekerheid volgt hier even de herhaling in slow motion: “Neder-land ver-neder-t Spanje”. Is het niet een schitterende combinatie?
Eerst even de droge kost. Het neder in landsnaam en werkwoord is verwant, en is een vormvariant van neer. (Denk ook aan leder-leer en weder-weer.) In beide gevallen doet het woord dus iets met het idee van “laag” of “naar beneden”.
In het geval van Nederland is dat letterlijk bedoeld: dit koninkrijkje aan de zee bevindt zich in wat vroeger “De Lage Landen” werd genoemd, een rivierdelta zonder hoogland of bergen. En die benaming circuleert nog steeds – denk aan Les Pays-Bas of The Low Countries. In het geval van vernederen gaat het juist om een figuurlijke neergang. In het land der metaforen geldt het adagium “happy is up”, dus bij een nederlaag staat de verliezende club “onder” de winnaar.
Goed, terug naar de Spaanse vernedering. Je kunt deze fraaie stijlactie op twee manieren nabespreken, denk ik.
Allereerst kun je Nederland zien als degene die de aanval opbouwt en doordringt tot in het hart van de verdediging, en die met zijn “neder” een slimme voorzet geeft. Die wordt dan door vernedert in één keer aangenomen en direct snoeihard ingekopt. Aan het eind van de zin heeft Spanje, de Spaanse keeper, het nakijken.
Je kunt ook zeggen dat Nederland, zo’n vanzelfsprekend woord voor Nederlanders, juist achterblijft op het veld. Je leest er zo overheen, hij valt bijna niet op, een stille maar gewiekste verdediger. En dan ineens: bam! Een lange pass naar de andere kant van het veld, waar vernedert de bal direct stillegt, zich vrijspeelt en tussen de benen van Spanje door scoort.
Vergelijk onze taalaanval ten slotte maar eens met deze, vandaag gespot naar aanleiding van een andere WK-wedstrijd met hetzelfde doelsaldo: Duitsland vernedert Portugal. Mwa. Dat heeft toch niet dezelfde glans. Het moet gezegd dat Oranje, met zijn neder-verneder tactiek, nu al de beste talige vernederaars van het kampioenschap zijn.
En nu maar eens kijken of we dat kunstje met Australië nog een keer kunnen uithalen…