De taalterm van deze week, spondee, houdt van luid en duidelijk. Dat moet ook wel, als je wilt dat de goden je horen. Geen subtiliteiten daarom, maar lekker hard BAM-BAM-BAM.
Definitie
Een spondee is een versvoet, net als een jambe en een trochee. De spondee bestaat uit twee beklemtoonde lettergrepen.
De klemtoon in een spondee valt dus zo: DA-DA. (Ter vergelijk, een jambe gaat: da-DUM.)
Voorbeelden
Normaal taalgebruik bestaat uit een afwisseling van lettergrepen met en zonder klemtoon, in verschillende patronen. Een tekst die alleen maar uit beklemtoonde lettergrepen bestaat is dus bijna niet te schrijven.
Daarom wordt een spondee eigenlijk altijd gecombineerd met een andere versvoet. In de voorbeelden hieronder hoor je eerst een spondee, en dan een jambe:
- Ja ja, meneer.
- Toch wel, mevrouw.
- Jij ook, Annet?
Etymologie
Via het Frans (spondée) en Latijn (spondeus) herleidt je deze term helemaal naar het Griekse origineel:
- spondeios (van sponde, drankoffer [aan de goden])
Het idee is dat je bij het maken van een drankoffer de goden luid aanroept in ruil voor hun gunst, en dat roepen kent het metrum van een spondee.
Weetje
Je herkent in spondee ook het Engelse werkwoord to spend of het Nederlandse spenderen – daarbij bied je ook iets aan (bijvoorbeeld geld of energie) in ruil voor iets anders (zoals een product of dienst).