Zie er maar eens aan te ontkomen, als je een dochter hebt: Barbie. En als je je meisje dan toch zo’n pop geeft en denkt dat je daarmee klaar bent, dan komt er nog een verrassing op je af. Want die pop, dat was maar het begin.
Barbie wil namelijk allerlei avonturen beleven, en daarvoor zijn evenzoveel handige accessoirepakketten te krijgen. Ze wil bijvoorbeeld relaxen in haar Malibu droomhuis, gaan stappen in een Fashionista-outfit, of een dagje chillen aan zee met het hondje in haar Outdoor Strandpicknickspeelset. Maar wat heeft dat met taal te maken?
Voegt u zich maar even voor
Voorvoegsels, die ook wel als prefixen door het leven gaan, hebben ongeveer dezelfde functie als Barbie-accessoires, maar dan niet alleen voor kleine meisjes.
Het zijn kleine stukjes woord die je kunt plakken voor andere woorden (die dan grondwoorden gaan heten), om zo een nieuw woord – en een nieuwe betekenis – te maken. Veel voorzetsels gaan ook als prefix door het leven, zoals voor, achter, bij en over. Maar er zijn ook voorvoegsels die (bijna) nooit los voorkomen, zoals anti-, pre-, semi-, quasi- en contra-.
Mix & match
Het is leuk om te zien hoe een en hetzelfde grondwoord een bonte verzameling betekenissen kan krijgen, als je er maar andere prefixen voor plakt.
Neem nou een huis‑, tuin- en keukenwoord als nemen. Als je je iets voorneemt, is dat iets anders dan wanneer je iets van iemand overneemt, of zelf iets nieuws onderneemt.
Nog zo’n trio: afsteken is iets met vuurwerk, oversteken is iets met een straat, en aansteken is iets met een kaars.
Houden is ook een mooie. Kijk maar.
Wat ik u graag wil voorhouden – maar u hoeft het niet per se te onthouden – is dat wij moeten ophouden met tijd te verspillen aan het onderhouden van een onrendabele bedrijfscultuur. Wij kunnen de grote en aanhoudende verliezen van onze onderneming alleen wegwerken door terug te komen bij de kern van de zaak. De verhoudingen binnen het bedrijf verslechteren en ik weet niet hoe lang wij dit nog kunnen volhouden zolang we ons zo terughoudend opstellen. Willen we de concurrentie kunnen bijhouden en een dreigende overname succesvol afhouden, dan zullen we aan het eind van dit jaar echt iets meer moeten overhouden dan een groepje werknemers die het met elkaar proberen uit te houden omdat ze niets beters kunnen vinden.
Even bijkomen… Heb ik nou nog iets achtergehouden? Ja, nog eentje: nahouden.
Nog meer voegsels
Terug naar de orde van de dag. Het woord voorvoegsel heeft zelf een voorvoegsel in zich (ten overvloede: het prefix voor-), en je kunt er dus ook mee barbieën. Zo kun je op bijvoegsels uitkomen, maar ook op achtervoegsels.
Bijvoegsels vind je bij kranten en tijdschriften, en achtervoegsels vind je in taal (en dus ook in bijvoegsels). Achtervoegsels zijn precies het tegenovergestelde van prefixen en heten officieel suffixen. Voorbeelden zijn -heid en ‑ig.
Je moet er maar op zien te komen, maar er zijn zelfs woorden die zowel een prefix als een suffix bevatten. Zo kun je van beeld zowel voorbeeld als beeldig maken, maar ook voorbeeldig.
Muze
In het Engels heb je een prachtige reeks op elkaar gestapelde suffixen. Stel je een muze uit de Griekse oudheid voor, een muse. Ze vraagt je om even met haar mee te komen.
Iets wat muze-achtig is, bijvoorbeeld de mooie klanken van een zanger, is muse-ic, oftewel music. Wie die muziek verder door de molen haalt, komt aan bij music-al, musical. Dat zijn dus al twee achtervoegsels achter elkaar. Maar van musical kun je weer een bijwoord maken door er nóg een suffix aan te plakken: mus-ic-al-ly, musically.
De Griekse muze die deze transformatie overkomen is, zie je bijna niet meer in deze polonaise met drie achtervoegsels, maar als je goed luistert kun je haar voorbeeldig horen zingen.