Makkelijker konden ze het niet maken. De Nederlandse vertaling van then is dan. En de Nederlandse vertaling van than is óók dan. Hoe houd je die twee uit elkaar?
Waar hebben we het over?
Ook Engelssprekenden willen then en than nog wel eens met elkaar verwarren. Ze klinken dan ook bijna hetzelfde, maar niet helemaal: then rijmt op when, than rijmt op can – als je het tenminste heel netjes wilt uitspreken. Toch worden ze beide vaker uitgesproken als rijmend op an.
Betekenis en gebruik
- Then is een bijwoord van tijd of van voorwaarde; het geeft aan dat iets op een bepaald moment gebeurd is of gebeuren zal, of dat iets verbonden is aan een bepaalde voorwaarde.
- Than is een voegwoord van vergelijking; je gebruikt het na een vergrotende trap of een ander woord dat een verschil aanduidt.
Voorbeelden
- I woke up at 6 and then I went for a run.
- I woke up at 6, an hour earlier than my brother.
- Are you sure John was at the party? I didn’t see him then.
- Other than John, everyone was at the party.
- If you wake up at 6, then you’ll have enough time to get to the party.
Even opletten
Then kan ook een zelfstandig naamwoord zijn; het betekent dan “dat tijdstip”. En het kan ook nog een bijvoeglijk naamwoord zijn, in de betekenis van “toenmalig”.
- I will see you then.
- The then prime minister had approved the intervention.
Weetje
Het verschil in spelling tussen then en than heeft niet altijd bestaan. Tot ongeveer 1700 werd voor beide betekenissen “then” gebruikt.
Ten slotte… hoe onthoud je dat then (en dus niet than) een aanduiding van tijd is? Heel makkelijk: in then en time zit allebei een e!