Lekker puh

In het jaar 1897 stierf in Ier­land een Engels­man wiens iden­titeit nog even geheim moet bli­jven; ik zal hem voor­lop­ig maar “Charles” noe­men. Hij kan niet erg gelukkig zijn geweest op zijn sterf­bed, want hij had al zeven­tien jaar lang zijn vak niet kun­nen uitoe­fe­nen. Wat was er aan de hand met deze ongelukkige?

Aardappels

De wor­tels van zijn ellende liggen ook in Ier­land, maar een halve eeuw eerder. In de eerste helft van de negen­tiende eeuw was de bevolk­ing van Ier­land bij­na ver­dubbeld, tot meer dan 8 miljoen mensen. De economie had deze explosieve groei niet bij kun­nen benen, en veel mensen leef­den dan ook in armoede.

De Ieren waren voor hun voed­selvoorzien­ing voor­namelijk aangewezen op de aar­dap­pel, en in 1845 begon een dra­ma dat de geschiede­nis in zou gaan als The Great Pota­to Famine, de grote aar­dap­pel­honger­snood. In augus­tus van dat jaar begon een hard­nekkige schim­melbesmet­ting die een derde van de aar­dap­peloogst wegvaagde.

Een Iers boerengezin ont­dekt dat ook hun aar­dap­pels besmet zijn in An Irish Peas­ant Fam­i­ly Dis­cov­er­ing the Blight of their Store door Daniel Mac­Don­ald (ca. 1847)

Maar dat was nog niet het einde van de ellende. In 1846 mis­luk­te de aar­dap­peloogst zowat hele­maal, en een honger­snood brak uit die tot 1850 zou duren. Meer dan een miljoen Ieren stier­ven van de honger en een nog grot­er aan­tal vertrok naar de Verenigde Stat­en, in de hoop daar een beter lev­en op te kun­nen bouwen.

Met vereende krachten

De achterbli­jvers begonnen opnieuw, al had­den veel kleine boeren moeite om de huren aan de lan­deige­naars te betal­en. Er wer­den dan ook veel boerengezin­nen zon­der par­don van hun land gezet.

Toen er in 1877 en de twee jaren daar­na weer slechte oog­sten waren, begon de nacht­mer­rie van nóg een honger­snood op te doe­men. De boeren besloten om hun kracht­en te bun­de­len. In 1879 kwa­men ze met duizen­den bijeen in Irish­town, in het gewest Coun­ty Mayo, en besloten ze geen land meer aan te nemen waar een andere boer net uit was gezet.

Het was het begin van de Nation­al Land League. Deze bun­del­ing van kracht­en lei­d­de tot een afname van het aan­tal uitzettin­gen en tot lagere huren voor de boeren.

Een poster van de Ierse Nation­al Land League

Voormalig kapitein

En dan komen we aan bij onze vriend Charles.

Hij was al in de vijftig toen hij zijn car­rière bij de land­macht afs­loot, ver­huis­de naar Ier­land en zich, in 1873, in dienst stelde van de derde Earl of Erne, als rent­meester voor diens lan­der­i­jen in Coun­ty Mayo.

Als voor­ma­lig kapitein in het leg­er wist hij wel van aan­pakken, en hij vroeg aan zijn huur­ders exor­bi­tante bedra­gen, gren­zend aan afpers­ing. Veel arme boeren kon­den zoals gezegd de huur niet opbren­gen, en ze wer­den dan ook bij bosjes uitgezet.

Kor­tom, onze Char­lie was geen lieverdje.

Voormalig kapitein

Wat moet je toch met zo’n man? In decem­ber 1880 besloot de Land League dat het wellet­jes geweest was. De League ver­bood vanaf dat moment zijn leden om op het land van Charles te werken en om op eniger­lei wijze, soci­aal of zake­lijk, con­tacten met hem te onderhouden.

Ze dacht­en: we kun­nen hem er dan niet uitsmi­jten, maar we kun­nen hem wel economisch en maatschap­pelijk isol­eren. Lekker puh.

Zo’n opgelegd isole­ment ken­nen we van­daag de dag als een boy­cot, en – nu komt het dan – onze rent­meester heette dan ook voluit Charles Cun­ning­ham Boycott.

Een karikatu­ur van Charles Boy­cott uit het blad Van­i­ty Fair (1881)

Het woord boy­cot is dus een eponiem, ver­noemd naar een promi­nent slachtof­fer van deze vorm van protest.

Spellingsdingetje

Let trouwens goed op: de man heette Boy­cott, met twee t’s, en het Engelse woord voor boy­cot is dan ook boy­cott.

Maar de inboor­lin­gen uit de pold­er­rim­boe kon­den de ver­lei­d­ing niet weer­staan om te gaan sni­j­den toen boy­cott een Ned­er­lands woord werd, en ze hebben de laat­ste t er zon­der par­don afgeknipt.

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties