Eénnachtsstandje

Het is hopeloos. Ik weet dat ik geen schi­jn van kans heb. Er zijn mensen die het doen met de gedreven­heid van een kruis­vaarder, en die bakken er al niks van. Maar ik doe het alleen voor de lol, dus ik ben al bij voor­baat gedoemd om roem­loos ten onder te gaan.

Waar ik het over heb is: het verzin­nen van “echt” Ned­er­landse alter­natieven voor pop­u­laire Engelse woor­den en uit­drukkin­gen die het Ned­er­lands komen ver­rijken (of ver­pesten, het is maar hoe je ernaar kijkt).

Aan het ene eind van het spec­trum heb je woor­den waar­van zelfs de die-hard Engels-haters zullen toegeven dat ze inmid­dels “Ned­er­lands” gewor­den zijn. Je hebt je favori­ete soap gemist omdat je aan je com­put­er zat te werken. Niet “tele­visiefeuil­leton” en “reke­naar” of iets dergelijks. Aan het andere eind, als iemand zegt dat hij het rij­den op zijn nieuwe bike een hele aparte expe­ri­ence vond, dan zullen de meeste toe­ho­orders denken: waarom zegt hij niet gewoon “fiets” en “ervar­ing”? Maar daar­tuss­enin zit een groot gri­js gebied. Is het print­en of uit­draaien? Is het mon­i­tor of beeld­scherm? Is het thriller of span­nend boek?

Beeldscherm of monitor?
Beeld­scherm of monitor?

Het Genootschap Onze Taal had een tijd­lang een rubriek in zijn tijd­schrift waarin ned­er­wo­or­den gezocht wer­den voor Engelse ter­men als mul­ti­tasken, head­hunter en short­list. Om je een indruk je geven: de sug­gesties waren, respec­tievelijk, “simul­tak­en”, “tal­en­ten­jager” en “topli­jst”. Mijn inschat­ting van de kans dat deze woor­den ooit gemeen­goed wor­den en hun Engelse evenknieën ver­van­gen: nul kom­ma nul.

Datzelfde geldt zon­der twi­jfel voor een woord­je dat ik zelf ver­zon, al puzze­lend naar een alter­natief voor het Engelse one-night stand. Nou heb ik zelf nooit een meis­je-voor-één-nacht gehad, dus ik heb geen recht van spreken – maar met taal spe­len is alti­jd leuk. En als je een woord verzint, het googelt, en je kri­jgt pre­cies nul hits, dan geeft dat toch alti­jd een beet­je vol­doen­ing. (Zie: tier­wo­ord.)

Maar er is niets aan te doen. Het lot van mijn breinkind, coï­tussendoort­je, is ongetwi­jfeld het­zelfde als dat van de simul­tak­ende tal­en­ten­jager: het gaat kansloos ver­liezen van onenight­stand, dat (als één woord gespeld) al lang en breed in het Groene én Witte Boek­je staat. En daarmee is coï­tussendoort­je, bij dezen, een eendagsvlinder.

Abonneer
Laat het weten als er
guest

3 Comments
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Manfred Bik

Beste Taalei­doscoop,

Ik hoor wel steeds vak­er het let­ter­lijk ver­taalde ‘neuk­ende’ als Ned­er­lands alter­natief voor het pop­u­laire Engelse ‘fuck­ing’. Dus: “wat een neuk­end mooie auto is dat”, of: “dan heb ik dus een neuk­end probleem”.
En inder­daad: of dit het Ned­er­lands ver­rijkt, is maar hoe je ernaar kijkt.

Groet van,

Man­fred

Henk van den Berg

In de jaren der­tig van de vorige eeuw was in Duit­s­land de afkeer tegen leen­wo­or­den spreek­wo­ordelijk; vooral de Engelse waren “entartet” natu­urlijk. Dus zocht men fre­quent naar “ein­heimis­che” ( = bin­nen­landse) alter­natieven. Een lol­lie werd daarom Super­luxbon­bon­mitholzan­griff. Super lux bon­bon mit holz angriff. Viel besser!