Het zijn van die dingen waar je je waarschijnlijk niet druk over moet maken. Maar toch gaat er bij mij een alarmbelletje rinkelen telkens als ik iemand hoor zeggen: Daan is vegetarisch.
Nou ja, “druk maken” is een groot woord – maar het is een van mijn pet peeves: Daan is niet vegetarisch, zijn dieet is het! Aan Daan zit heus wel wat vlees, anders was het niet goed met hem gesteld…

(Overigens, verzin maar eens een fatsoenlijke vertaling voor pet peeve. Ik vind het een prachtige en nuttige term, maar de voorzet die Van Dale doet, “gekoesterd verdrietje”, kan echt niet door de beugel.)
Goed, mensen zijn dus niet vegetarisch, maar vegetariër. Nu zijn er vegetariërs die af en toe ook vis of gevogelte eten. Strikt genomen kunnen dit echter geen vegetariërs zijn, want aan een zalm of kip zit, net als aan Daan, vlees. Je hoeft niet ver te zoeken om uit deze impasse te komen: er zijn speciale woorden voor iemand die vlees mijdt maar toch vis (of gevogelte) eet.
De eerste – hou je vast – is een pescotariër. De tweede een pollotariër. En het probleem wordt meteen duidelijk zodra je die woorden in Word intikt: daar zijn de spellingskringeltjes al! Laten we eerlijk zijn: niemand kent die woorden, toch? Ik zie het al voor me. Iemand die als vegetariër bekend staat bestelt in een restaurant een garnalencocktail vooraf en een maaltijdsalade met gegrilde eend. Als hij zich de verbaasde blikken om hem heen gewaarwordt, zegt hij droogjes: “Oh, wist je dat niet? Ik ben een pescopollotariër.” Nou, zijn tafelgenoten proesten meteen hun stokbrood met kruidenboter eruit, en komen niet meer bij van het lachen.
Laten we het er maar op houden dat pescotarisme en pollotarisme vaktermen zijn. Jij en ik zullen het er waarschijnlijk maar op houden dat dat vegetariërs zijn die soms ook beestjes met vinnen of vleugels eten. Het zijn, kortom, semivegetariërs.
en nu maar hopen dat heeeeeeeel veel mensen dit lezen :-)