Het is al weer ruim een maand geleden dat Neerlands trots in zwarte boeken een onuitwisbare indruk maakte op een verslaggever van het tijdschrift Vanity Fair door te zeggen dat ze een “Sunday child” was. Waarop de interviewer natuurlijk reageerde met een welgemeend “Pardonneke?” (maar dan in het Engels).
Want het begrip zondagskind mag dan in Nederland geen verdere uitleg behoeven, dat wil niet zeggen dat je het blindelings kan vertalen naar het Bengaals of Slowaaks (of naar het Engels!) en verwachten dat men snapt wat je bedoelt. Het is er een in de categorie: “Toen dat gebeurde, werd ze roze gekieteld”. (Als je het Engelse idioom niet kent, is die zin zowel onzinnig als ongrappig.)
Toch werden mijn taalvoelsprieten wel gekieteld door deze uitspraak van filmster Carice van Houten. Want: hoe zeg je dan wel in het Engels dat iemand een zondagskind is? Ik had wel een kreet die meteen in me opkwam, maar toch – eerst even het grote Van Dale vertaalwoordenboek geraadpleegd. En wat staat daar tot mijn opperste verbazing?
Sunday’s child. Hm. Ik heb groot respect voor Van Dale, maar hier zet ik toch echt wat vraagtekens bij. In de betekenis van “op zondag geboren”, oké. Maar in de zin van “gelukskind”… nah.
Als je Engelstalig googelt op “Sunday’s child” krijg je heel wat webpagina’s, maar dat zijn vooral titels van boeken of liedjes, en ook veel verwijzingen naar een kinderrijmpje dat begint met “Sunday’s child is full of grace”. 29.000 resultaten in totaal.
Ik vermoedde dat dit niets te maken had met zondagskind in Nederlandse zin, en googelde nog even verder, in de veronderstelling dat deze combinaties van weekdag + child wel vaker voorkomen. Ziehier de uitkomst. Monday’s child: 61.000. Tuesday’s child: 56.000. Wednesday’s child: 200.000. Thursday’s child: 128.000. Friday’s child: 108.000. Saturday’s child: 58.000. Oftewel: Sunday’s child staat eenzaam en alleen onder aan de ranglijst.
En zo kom ik toch uit op mijn eerste ingeving: iemand die een zondagskind is, was born under a lucky star.