De taalterm van deze week, toponiem, kent zijn plaats. Je zult hem niet snel vliegend in de lucht vinden, of in een ruimteraket. Nee, hij voelt zich het meest thuis op Moeder Aarde. En waar je ook bent, er is altijd wel een toponiem in de buurt.
Definitie
Een toponiem is een plaatsnaam.
Je kunt “plaatsnaam” daarbij zien in brede zin: niet alleen de namen van steden en dorpen, maar ook andere aardrijkskundige benamingen. Denk bijvoorbeeld aan de namen van rivieren, bergen, woestijnen en eilanden.
Voorbeelden
- De hoogste berg ter wereld is de Mount Everest.
- Amsterdam dankt zijn naam aan de rivier de Amstel.
- Veel achternamen zijn afgeleid van toponiemen, zoals ‘Van Woerden’.
Etymologie
De twee bestanddelen van deze taalterm komen uit het Grieks:
- topos (plaats) + onoma (naam)
Weetje
Een toponiem lijkt een beetje op een geoniem. Ze hebben dan ook beide te maken met aardrijkskundige namen. Dat zie je al aan de woorden zelf: de topo- in toponiem zit ook in topografie, en de geo- van geoniem zit ook in geografie en bijvoorbeeld geologie.
Maar de betekenis is natuurlijk anders: een toponiem is een plaatsnaam, en een geoniem is vernoemd naar een plaatsnaam.