De taalterm van deze week, camelcase, kent een leven van ups en downs. Vaak begint hij met een echte high, waarna de boel een beetje inzakt. Maar later wordt hij toch weer een hoogvlieger – om vervolgens weer stilletjes af te dalen. Toch heeft hij best wel charisma: hij is nogal populair bij zijn vrienden, en menig website loopt met hem weg.
Definitie
De camelcase is een vorm van hoofdlettervoering in een samenstelling, waarbij niet alleen het eerste, maar ook het tweede woorddeel een hoofdletter krijgt.
Het woord camelcase wordt soms ook als “CamelCase” gespeld. In dat geval is het een autologisch woord: het is een voorbeeld van zijn eigen betekenis.
De meeste termen die in camelcase gespeld worden, bestaan uit twee delen. Maar eventueel kan de camelcase ook voorkomen bij een derde woorddeel (of meer).
Je kunt bij de camelcase nog een nader onderscheid maken:
- Bij de eerste variant heb je termen die beginnen met een hoofdletter én een extra kapitaal hebben bij het tweede woorddeel. Dit is een volwaardige camelcase met twee “bulten”.
- De tweede variant begint met een kleine letter en heeft alleen een hoofdletter bij het tweede deel. Deze vorm van de camelcase wordt in het Engels soms dromedary case genoemd (want: één “bult”) – maar die term is nog niet in het Nederlands ingeburgerd.
Voorbeelden
- iPhone
- eBay
- LeasePlan
- YouTube
Etymologie
Je kunt de logica achter deze taalterm wel raden. Een kameel heeft twee bulten, en een camelcase-woord heeft twee hoofdletters die boven de rest uitsteken.
- camel (kameel) + case (letterkast)
Oftewel:
Dat verklaart ook meteen de meer specifieke term dromedary case, die je al eerder zag. In zo’n woord staat één hoofdletter, maar niet aan het begin, wat doet denken aan de enkele bult van een dromedaris.
Oftewel:
Let op! Ook een geval van dromedary case valt onder de verzamelnaam camelcase.
Bonus-etymologie:
Het woord letterkast behoeft misschien enige uitleg. Een “bovenkast-letter” is een hoofdletter (of, voor de fijnproevers, majuskel); een “onderkast-letter” is een kleine letter (of minuskel).
Deze terminologie stamt uit de boekdrukkunst, waarbij in een drukkerij vroeger de loden drukletters voor majuskels in het hoger gelegen deel van de letterkast werden opgeborgen, en de drukletters voor minuskels in het lagere deel van de kast.
Weetje
Het gebruik van de camelcase is al in de vroege 20e eeuw begonnen, vaak voor merknamen of bedrijfsnamen, en meestal in de Verenigde Staten. Na de Tweede Wereldoorlog is de camelcase snel populairder geworden, met name in de wereld van technologie, communicatie en informatica.
Bonus-weetje:
Sommige bedrijven gebruiken de camelcase om hun e‑mailadressen beter leesbaar te maken. Denk aan PietjeBell@boekenbal.nl. (Dat selectieve hoofdlettergebruik hoeft helemaal niet, want e‑mailadressen zijn hoofdletterongevoelig.)
Een andere veel gebruikte optie om de voornaam en achternaam beter herkenbaar te maken, is het plaatsen van een extra punt in het adres: pietje.bell@boekenbal.nl.