Het Engelse woord synchronous is eigenlijk een juweeltje. Het is opgebouwd uit de Griekse ingrediënten syn-, dat “samen” betekent, en khronos, dat “tijd” betekent. Dingen die synchroon zijn, zijn dus “samentijdig”. Sinds de negentiende eeuw kent het Engels ook de het werkwoord to synchronize, in de zin van “synchroon maken”.
De reden dat ik hier de Engelse termen aanhaal en niet het Nederlandse synchroniseren, is dat ik wil uitkomen op de afgekorte versie van to synchronize die nu volop in gebruik is. Ik bedoel: to synch. Of zelfs, nog korter: to sync.
Maar eerst even dit. Tot voor de intrede van de digitale levensstijl kon je hoogstens je horloge synchroniseren met dat van een ander, of met een klok. Het ging in ieder geval altijd om het op elkaar afstemmen van apparaten die tijd maten. En dat klopt mooi met de betekenis van “samentijdig maken”.

Dat is echter helemaal veranderd nu de verspreiding van informatie meer en meer plaatsvindt in bits en bytes. We hebben computers, laptops, webmail, mobieltjes, organizers, iPods en allerlei andere apparaten waarop gegevens staan die we gelijk willen houden. Telefoonnummers, adressen, afspraken, foto’s, muziek, ga zo maar door. Via USB, Bluetooth en Wi-Fi zorgen we ervoor dat al die data op al die apparaten netjes in de pas blijft lopen.
En dat noemen we synchroniseren. To synchronize. Of, zoals gezegd, lekker kort: to sync.
Je komt alleen klem te zitten zodra je dat Engelse werkwoord gaat vervoegen. En dat heeft weer alles te maken met de letter c. Die klinkt namelijk als een k als hij voor een andere medeklinker staat; voor de klinkers a, o en u; of aan het eind van een woord. Hij klinkt als een s als hij staat voor een e, i of y.
In I need to sync my iPod klinkt hij dus als een k. Net als de ch in het midden van synchronize. Maar in I’ve already synced my cell phone zou hij dus als een c moeten klinken. Want c+e = s‑klank, net als in cent en since.
Toch spreekt iedereen – eigenlijk dus tegen de regels in! – synced uit als “sinked”. En syncing als “sing king”, niet als “sin sing”. Deze vervoegingen van to sync zijn dus buitenbeentjes, maar desalniettemin ook juweeltjes.
(Het Engels heeft hetzelfde probleem bij een ander woord, traffic, heel anders opgelost. Daar voegen ze gewoon een k toe om de k‑klank te behouden: trafficker en trafficking. Maar de kans dat “syncking” ooit gemeengoed zal worden, acht ik heel klein.)