De letter c is een leuke letter. Hij wisselt nogal eens van klank, afhankelijk van waar hij zich in een woord bevindt. En, zoals het een echte deugniet betaamt, komt hij daarmee soms in de problemen.

Twee weken geleden keek de Taaleidoscoop al naar het Engelse woord syncing, kort voor synchronizing. Daar houdt de c zich niet echt aan de regels: hij hoort als een s te klinken, maar doet toch net alsof hij een k is.
Straks komen we weer terug bij de c, maar eerst neem ik je even mee naar een apart categorie woorden in het Nederlands. Dat zijn werkwoorden die aan het Engels ontleend zijn, en die in die taal eindigen op een stille e die voorafgegaan wordt door een l, die op zijn beurt weer voorafgegaan wordt door een andere medeklinker.
Dat klinkt misschien wat technisch allemaal, maar dat is het niet. Het komt erop neer dat aan het eind van het werkwoord staat: medeklinker + -le. Er zijn er daarvan te veel op om te noemen. Denk aan battle, hobble, topple, trickle, etc.
Maar wat doe je als je zo’n woord wilt omtoveren tot een Nederlands werkwoord? In het Nederlands eindigen bijna alle werkwoorden op -en. Het lijkt dus voor de hand te liggen om er gewoon een -n achteraan te plakken. Die e staat er immers al.
Toch doen we dat anders. Want als je to dribble neemt en er “dribblen” van maakt, klinkt dat raar in het Nederlands. Die -blen op het eind bekt niet echt lekker. Met een Nederlandse tongval zeg je eerder “dri-bul-un”. En dus schrijven we dribbelen. Het Nederlands plakt er dus een extra e tussen.
Hetzelfde zie je bij to scrabble, wat scrabbelen wordt, en niet “scrabblen”. En ook bij to Google, wat googelen wordt. (Let erop dat to Google en passant ook nog even zijn hoofdletter verliest, want daar is het Calvinistische – pardon: calvinistische – Nederlands niet zo van gediend.
Dan kom ik weer terug bij die leuke letter c. Kijk eens naar het werkwoord to recycle. Als je de regel volgt zoals hij hierboven staat, wordt dat in het Nederlands “recycelen”. Maar dan kom je weer in de problemen met die bengel van een c, die ineens als een s klinkt. En je wilt niet “rie-saai-sul-un” zeggen.
En daarom is de spelling van het woord recyclen een beetje raar. Er mist eigenlijk een e. Het is dus een buitenbeentje, maar wel een leuke.
(De taaldokters hebben trouwens ook nog als alternatief de variant recycleren verzonnen, maar dat zegt geen mens die meer dan twee hersencellen heeft. Dat reageerbuiswoord mag van mij meteen terug in de taalbiobak. Voor hergebruik.)