De Engelse woorden math en maths zijn tweelingzusjes waarvan de een een net iets langere neus heeft (of een net iets grotere kont, afhankelijk van hoe je je deze metafoor inbeeldt). Ze betekenen hetzelfde, maar toch zijn ze niet identiek in gebruik. Waar hem dat verschil in zit? We zoeken het uit!
Waar hebben we het over?
Soms maakt een verschil in spelling minder uit dan je denkt – en soms is dat ook om een andere reden dan je dacht.
Betekenis en gebruik
- Math is een verkorte versie van het Engelse woord voor wiskunde, mathematics.
- Maths is een verkorte versie van het Engelse woord voor wiskunde, mathematics.
Wacht eens even, zeg je nu. Is er dan totaal geen verschil? Nou…
In het Amerikaans-Engels is math veel gebruikelijker dan maths; en in het Brits-Engels is dat precies andersom.
Dit is geen kwestie van goed of fout. Beide versies zijn in beide Engelsen acceptabel. Maar je springt er wel een beetje uit als je in de VS over maths spreekt, of in Groot-Brittannië over math.
Voorbeelden
- I was never very good at math/maths at school.
- Galileo said that the book of nature is written in the language of math/maths.
Even opletten
Het lijkt een beetje alsof math enkelvoud is en maths meervoud, maar dat is niet zo.
Toch hoor je soms nog het argument dat mathematics meervoud is (want het eindigt op een s), en dat daarom mathsde voorkeur heeft. Maar mathematics is een zogenaamde mass noun, een zelfstandig naamwoord waarmee je iets omschrijft dat één groot geheel vormt en oneindig deelbaar is. Woorden zoals electricity en hope zijn ook mass nouns.
Een mass noun is per definitie ontelbaar, en daarom kan maths geen meervoud zijn. Hetzelfde geldt voor woorden als physics en semantics.
Weetje
Het woord mathematics voert uiteindelijk – via het Oudfranse mathematique, het Latijnse mathematica en het Griekse mathematike tekhne (“wiskundige vaardigheid”) – terug op het Griekse woord mathematos, dat “kennis” of “rekenkunde” betekent.