Tom Cruise is een onvervalste filmster, dat staat vast. Maar daar gaat het hier even niet over, al komt het straks wel weer terug. Het gaat eerst om deze zin:
Heb je de nieuwste Tom Cruise al gezien?
Met die zin is namelijk iets eigenaardigs aan de hand. Hij lijkt ervan uit te gaan dat er meerdere Tom Cruisen zijn, en vraagt of je de meest recente editie al bewonderd hebt. Cruise XP, Cruise Vista, Cruise 7, Cruise 10… zoiets.
Maar – zoals iedereen weet die de Mission: Impossible reeks gevolgd heeft – er is maar één Tom Cruise. (Nu geen grapjes over Scientology maken.) Onze voorbeeldzin hierboven moet dus wel iets anders betekenen, namelijk: Heb je de nieuwste film met Tom Cruise al gezien?
Letterlijk en figuurlijk
Daarmee hebben we meteen het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik te pakken. De naam van onze Top Gun wordt in de eerste zin figuurlijk gebruikt, en in de tweede zin letterlijk.
De manier van niet-letterlijk gebruik van Tom Cruise in de eerste voorbeeldzin is een stijlfiguur met de chique naam synecdoche (spreek uit: sie-NEK-do-gee). In een synecdoche wordt een deel van iets gebruikt om het geheel aan te duiden. Een ander voorbeeld is “Alle hens aan dek”, waarbij alle hens – een verbastering van het Engelse all hands – staat voor de stoere mannen aan wie al die handen vast zitten.

Je hebt het eigenlijk nooit door, maar je bent zorgvuldig getraind om het verschil tussen letterlijk en figuurlijk elke keer weer feilloos op te merken en goed te begrijpen. Letterlijk en figuurlijk zijn totaal verschillende werelden, en dat is wel zo handig. Zo zul je in een notariële akte of een wettekst zelden figuurlijk taalgebruik tegenkomen. En probeer maar eens een roman te vinden waarin alleen maar letterlijk taalgebruik voorkomt – dat lukt je niet.
Grijs gebied
Maar er is een grijs gebied waarin letterlijk en figuurlijk elkaar kunnen overlappen. Om in dat gebied aan te geven met welke van de twee je te maken hebt, heb je een soort markeervlaggetjes nodig, in de vorm van twee handige woorden: “letterlijk” en “figuurlijk”. (Die zag je al aankomen.)
Een voorbeeld:
- Herman steekt met kop en schouders boven zijn collega-verkopers uit.
Deze zin kan betekenen dat Herman langer is dan zijn collega’s (letterlijk taalgebruik), maar ook dat Herman een veel betere verkoper is dan zijn collega’s (figuurlijk taalgebruik).
Dan deze zin:
- Herman steekt letterlijk met kop en schouders boven zijn collega-verkopers uit.
Nu is het duidelijk: hiermee zeg je iets over Hermans lengte, niet over zijn kwaliteiten op het werk.
Ze zijn zeldzaam, maar er zijn in dit grijze gebied ook uitdrukkingen te vinden die zowel letterlijk als figuurlijk gebruikt worden, in één zin. Dat kun je aangeven door er de uitdrukking “letterlijk en figuurlijk” bij te zetten.
Denk bijvoorbeeld aan de guillotine:
- De Franse Revolutie heeft Lodewijk XVI letterlijk en figuurlijk de kop gekost.

Inflatie
Helaas zijn in het dagelijks taalgebruik de termen “letterlijk” en “letterlijk en figuurlijk” nogal aan betekenisinflatie onderhevig, en worden ze vaak onterecht gebruikt.
Een voorbeeld:
- Die horrorfilm was zó eng, het bloed droop letterlijk van het scherm af.
Letterlijk, echt? Waarschijnlijk niet.
Nog eentje:
- Bij de fusie viel de afdeling personeelszaken letterlijk en figuurlijk tussen wal en schip.
Ja ja… Zo kan ik er nog wel een paar bakken.
Figuurlijk letterlijk?
Je kunt je er natuurlijk uit proberen te kletsen door te zeggen dat in dit soort zinnen de termen “letterlijk” en “letterlijk en figuurlijk” eigenlijk figuurlijk gebruikt worden, en een soort overtreffende trap suggereren. Maar dan verzand je in een kronkelige metataal die weinig tot niets meer te maken heeft met helder en begrijpelijk communiceren.
Houd het er dus maar op dat “letterlijk” en “letterlijk en figuurlijk” bij uitstek termen zijn die je beter niet figuurlijk kunt gebruiken.

En onze goede vriend Tom Cruise, onze filmster? Hij schijnt vrij klein van stuk te zijn, dus als hij met kop en schouders boven zijn collega-sterren uitsteekt, dan is dat helemaal figuurlijk.
Letterlijk.