De Engelse vertaling van ‘coronacrisis’ is… NIET ‘corona crisis’!

Ter­wi­jl de coro­na-epi­demie de wereld in zijn greep houdt, zijn veel Ned­er­land­stal­ige bedri­jven en organ­isaties druk aan het com­mu­niceren met hun omgev­ing. Klanten, toelever­anciers, branchegenoten, de samen­lev­ing… ze moeten alle­maal op de hoogte gehouden wor­den van de impact van de laat­ste ontwikkelingen.

Veel Ned­er­land­stal­ige bedri­jven onder­houden ook inter­na­tionale con­tacten, en dan moet die com­mu­ni­catie dus ook (deels) in het Engels plaatsvin­den. En dan kun je eige­naardi­ge valkuilen tegenkomen. Zoals het feit dat “coro­na cri­sis” niet de Engelse term voor coro­nacri­sis is.

Voor de ongeduldigen: het korte antwo­ord is dat je er beter voor kunt kiezen om voluit coro­n­avirus cri­sis te zeggen en schri­jven. Verderop kijken we er pre­cies naar waarom dat is. Maar eerst…

Corona in Nederland

Nu de wereld is veran­derd in een speel­tu­in voor Covid-19, zie je dat op aller­lei manieren de taal een inhaal­slag aan het mak­en is door nieuwe ter­men in gebruik te nemen en som­mige oude ter­men nieuw lev­en in te blazen. We moeten maar afwacht­en hoe deze “coro­nataal” zich zal ontwikke­len – het eind is nog lang niet in zicht.

Voor de liefheb­bers: Ton den Boon houdt sinds maart op de web­site Taal­bank een geweldig ‘Coro­n­a­wo­or­den­boek’ bij, waar je alles vin­dt van oude bek­enden als immu­niteit en face­ti­men tot nieuwkomers als Won­ings­dag en elle­booghoesten. En natu­urlijk een enorme hoop samen­stellin­gen met “coro­na”. Denk aan coro­n­aba­by en coro­n­adrive-in, of aan coro­n­a­pan­demie en coronare­cessie. Word je al een beet­je coronamoe…?

Maar let op! Er is hier iets won­der­lijks aan de hand.

Zoals je hier al eerder hebt kun­nen lezen in het artikel “Coro­na, Covid-19, Wuhan-virus… wat is het ver­schil?”, is het woord coro­na eigen­lijk maar een deel van de samen­stelling coro­n­avirus. De “coro­na” zelf bestaat alleen uit de kroon- of krans­vormige uit­steek­sels ron­dom het virus, en is zelfs een metafoor die uitein­delijk ver­wi­jst (via de coro­na van de zon, die je goed ziet tij­dens een zonsver­duis­ter­ing) naar een Romeinse lauwerkrans.

Toch heeft in het Ned­er­landse taal­ge­bied de term “coro­na” de stri­jd glan­srijk gewon­nen van het volledi­ge coro­n­avirus(laat staan de weten­schap­pelijke naam SARS-CoV­‑2) – maar óók van Covid-19, de naam van de ziek­te. Je komt die andere woor­den natu­urlijk wel degelijk tegen, vooral uit de mon­den van art­sen en weten­schap­pers en in meer tech­nis­che artikels in de pers. Maar in de volksmond komt het hierop neer: 

De term “coro­na” kan in zijn een­t­je inmid­dels zo’n beet­je alles beteke­nen: het virus, de ziek­te, de pan­demie, de cri­sis, de lock­down, noem maar op.

Kijk maar naar de vol­gende voorbeeldzinnen:

  • De FFP2-mond­kap­jes bescher­men goed tegen coro­na. [virus]
  • Vooral in ver­pleeghuizen lij­den veel mensen aan coro­na. [ziek­te]
  • Inmid­dels heeft coro­na alle Europese lan­den bereikt. [pan­demie]
  • Veel bedri­jven zullen coro­na niet over­leven. [cri­sis]
  • We werken nu alle­bei vanu­it huis van­wege coro­na. [lock­down]

Deze veelz­i­jdigheid aan toepassin­gen van coro­na geldt voor het Ned­er­lands, maar zek­er niet voor alle andere talen.

Corona over de grenzen

Een snelle tour langs een aan­tal Duitse, Franse, Spaanse, Britse en Amerikaanse media lev­ert het vol­gende beeld op.

In het Duits lijkt de sit­u­atie erg op die in het Ned­er­lands. Het woord Coro­na ver­wi­jst zow­el naar het virus als naar de ziek­te, en wordt in bredere zin gebruikt als benam­ing voor “de hele toe­s­tand”. Ik heb de indruk dat de term Covid-19(meestal met begin­hoofdlet­ter, meestal met “-19” erbij) meer fre­quent gebruikt wordt dan in het Ned­er­lands, maar het is vooral Coro­na dat de klok slaat: Coro­na-Pan­demie, Coro­na-Krise, Coro­na-Tote, Coro­na-Staat­shil­fe, en natu­urlijk ook alleen Coro­na.

In het Frans is de sit­u­atie anders. Daar kom je het verko­rte woord coro­na veel min­der tegen, en de volledi­ge term coro­n­avirus des te meer. Ook zie je de naam Covid-19 veel vak­er (soms met begin­hoofdlet­ter, soms in kleine let­ters; meestal met “-19”, maar geregeld ook zon­der). Er wordt dus lex­i­caal duidelijk een onder­scheid gemaakt tussen het virus en de ziek­te. Die tweedel­ing zal miss­chien niet alti­jd even streng of water­dicht zijn, maar bei­de ter­men zijn over­duidelijk in omloop, en “coro­na” als solowo­ord bij­na niet.

In het Spaans lijkt het gebruik op dat in Frankrijk. De term “coro­na” zón­der “-virus” kom je bij­na niet tegen; coro­n­avirus is de norm. Ook is Covid-19 volop in gebruik (soms met een kleine c, soms met alle­maal hoofdlet­ters, soms met alleen een begin­hoofdlet­ter, en soms ook zon­der de “-19”).

Ook in het Engels kom je coro­na als solowo­ord niet veel tegen. Het gebruik is er wel, meer dan in het Frans of Spaans, maar bij lange na niet zo dom­i­nant als in het Duits of Ned­er­lands. De norm is het volledi­ge coro­n­avirus. Ook Covid-19 is volop in gebruik (soms met alle­maal hoofdlet­ters, bij­na nooit met een kleine c, meestal met “-19” erbij).

Tip
Kijk voor een leuk artikel over hoe de Covid-19-pan­demie de Engelse taal aan het ver­rijken is hier bij The Con­ver­sa­tion.

Cijfers liegen niet

Terug naar de vraag van de beste manier om coro­nacri­sis in het Engels te ver­tal­en. Hoe kun­nen we testen of coro­n­avirus cri­sis inder­daad de stan­daard is?

Als proef op de som kun je kijken naar de hoeveel­heid zoekre­sul­tat­en bij Google voor spec­i­fieke woord­com­bi­naties. Omdat zow­el coro­na en coro­n­avirus als Covid en cri­sis Ned­er­landse én Engelse woor­den zijn, zijn die ter­men alleen niet onder­schei­dend genoeg. Daarom heb ik voor de Engelse test de zoek­term “ongo­ing” toegevoegd, en voor de Ned­er­landse test het woord “regering”.

Dit zijn de resul­tat­en voor het Nederlands:

  • “coro­nacri­sis” + “regering” = 6.130.000 pagina’s
  • “covid-19-cri­sis” + “regering” = 36.600 pagina’s
  • “coro­n­avirus cri­sis” + “regering” = 21.700 pagina’s

Voor het Ned­er­landse taal­ge­bied is coro­nacri­sis dus duidelijk de norm.

En dan de Engelse test:

  • “coro­n­avirus cri­sis” + “ongo­ing” = 26.900.000 pagina’s
  • “covid-19 cri­sis” + “ongo­ing” = 27.800.000 pagina’s
  • “coro­na cri­sis” + “ongo­ing” = 256.000 pagina’s

Hier zie je dat coro­n­avirus cri­sis en Covid-19 cri­sis met kop en schoud­ers bove­naan staan. Hele­maal als je meerekent dat veel van de Engel­stal­ige pagina’s waarop je “coro­na cri­sis” vin­dt horen bij Ned­er­landse organ­isaties (!) die hun inter­na­tionale relaties hier­mee op de hoogte houden.

Advies:
Als je voor je bedri­jf een tekst moet schri­jven die over de coro­nacri­sis gaat, noem die cri­sis dan vooral coro­n­avirus cri­sis, of anders Covid-19 cri­sis.

En bedenk je goed dat als je in het Engels over de cri­sis spreekt of schri­jft, je niet zoals in het Ned­er­lands blind het woord coro­na kunt kiezen voor zow­el het virus als de ziek­te. In het eerste geval gebruik je voluit coro­n­avirus; in het twee geval kies je voor Covid-19. Alti­jd even extra oplet­ten dus!

Abonneer
Laat het weten als er
guest

1 Comment
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Jack Brouwer

Extra valkuil t.a.v. van het Ned­er­lands (eigen­lijk voortkomend uit wat je de “Engelse ziek­te” zou kun­nen noe­men, maar in dit geval dus duidelijk niet of nauwelijks van toepass­ing op het Engels zelf): het los schri­jven van woor­den in het Ned­er­lands, en dat is dan naar het Engels, ter­wi­jl deze in het Ned­er­lands aaneengeschreven zouden behoren te wor­den. Je kri­jgt hier dan voor het Ned­er­lands zelf al een spelling als, zoals je zo vaak ziet, coro­na virus, in plaats dus van coro­n­avirus. Met het gebruik van het Engels heeft dit dus nog niets te mak­en, al zien we dan wel de vorm­ing van zo’n woord naar een con­struc­tie die veel vak­er in het Engels dan in het Ned­er­lands voorkomt (dat los schri­jven van woor­den dus). Los ervan vind ik dat er in het Ned­er­landse taal­ge­bied al lange tijd taalzwak­te heerst, niet alleen ten aanzien van het spellen. Ik vind dat boven­di­en voor Ned­er­land nog veel sterk­er het geval dan voor Vlaanderen.

Ik merk nog op dat de vorm “artikels” in Vlaan­deren door­lopend wordt gebruikt, in Ned­er­land zie en hoor ik vri­jwel alti­jd de vorm “artike­len”.