De taalterm van deze week, syllepsis, is niet vies van een taalfoutje. Sterker nog, hij gaat er zo soepeltjes mee om, dat die fout bijna niet opvalt. Aan taalpuristen heeft hij een broertje dood. Je moet wel een beetje flexibel blijven, vindt hij.
Definitie
Een syllepsis is een taalconstructie waarbij het ene woord in de zin terugslaat op een ander woord waar het eigenlijk niet bij past, zonder dat dat problemen oplevert voor het begrip.
Je kunt hiervoor ook de term sylleps of synesis tegenkomen.
Een syllepsis doet zich vaak voor tussen het onderwerp en de persoonsvorm in een zin, of tussen een zelfstandig naamwoord en een voornaamwoord.
Voorbeelden: een aanloopje
Om te zien hoe een syllepsis werkt, kun je het beste starten bij een zin met een gewone, correcte verwijzing. Bijvoorbeeld:
- De grootvader kust zijn kleinkind.
- De dansers hebben zin in de voorstelling.
In deze zinnen zijn grootvader (mannelijk) en zijn (mannelijk) met elkaar in overeenstemming, net als dansers (meervoud) en hadden (meervoud). Als de interne logica van de zin netjes klopt, noem je dat een congruente zin.
Maar kijk dan naar deze zinnen:
- * De grootvader kust haar kleinkind.
- * De dansers heeft zin in de voorstelling.
Hier is iets misgegaan. Het woord haar kan niet terugverwijzen naar de grootvader – dus óf het gaat om het kleinkind van heel iemand anders, óf de zin klopt niet. Op dezelfde manier kan het woord heeft niet horen bij de dansers, want dat werkwoord past alleen bij een onderwerp in het enkelvoud.
Voorbeelden van syllepsis
Wat je ziet bij een syllepsis, is dat zo’n “foute” zin toch “goed” aan kan voelen. Kijk maar naar deze zinnen:
- Het meisje speelt met haar pop.
- Een aantal ouders hebben hun kinderen nog niet opgehaald.
- Merel is een van degenen die hier hard voor heeft gewerkt.
Voor de meeste mensen is er niks mis met deze zinnen. En toch kan haar formeel niet verwijzen naar een het-woord (meisje); kan hebben niet terugslaan op een enkelvoud (aantal); en kan heeft niet horen bij een meervoud (degenen).
In deze gevallen is de woordkeuze niet gebaseerd op de formele grammaticale samenstelling van de zin, maar op de betekenis van de woorden zelf. Het woord haar voelt goed omdat een meisje een vrouwelijk persoon is, ook al is het woord meisje onzijdig; het woord hebben klopt gevoelsmatig omdat het gaat om meerdere ouders, ook al is het woord aantal een enkelvoud; en het woord heeft voelt goed omdat de zin vooral iets zegt over Merel (één persoon) en niet over de andere “degenen”.
In al deze gevallen is sprake van een syllepsis.
Hoeveel speelruimte er is bij zo’n syllepsis kan nogal verschillen. Dat hangt af van hoe ingeburgerd het taalgebruik is, hoe puristisch je ernaar kijkt, en waar je de nadruk op wilt leggen. Kijk nog eens naar onze voorbeeldzinnen als we proberen de syllepsis te “corrigeren”:
- Voor iedereen zal “Het meisje speelt met zijn pop” ronduit onzinnig klinken.
- Taalfundamentalisten zullen misschien zeggen dat het “Een aantal ouders heeft zijn kinderen nog niet opgehaald” moet zijn, maar voor de meeste mensen klinkt de sylleptische versie waarschijnlijk beter. De tussenvorm “Een aantal ouders heeft hun kinderen nog niet opgehaald” klinkt al helemaal raar.
- De herschrijving “Merel is een van degenen die hier hard voor hebben gewerkt” is prima, maar je merkt wel een accentverschuiving: de nadruk ligt nu minder op Merel zelf en meer op álle mensen die hard hebben gewerkt.
Etymologie
Syllepsis is vanaf de vroege 19e eeuw een Nederlandse taalterm, maar is van oorsprong een Latijns woord (ook syllepsis), dat op zijn beurt weer Griekse wortels heeft:
- sullepsis (samen-pakken, samenvatten), van syn- (samen) + lepsis (het nemen)
Weetje
Een syllepsis kan ook optreden als er iets fout gaat met een ander taalfenomeen: de ellips. Een van de vormen van de ellips is om één persoonsvorm op meerdere onderwerpen te laten slaan. Bijvoorbeeld:
- De Nederlanders of de Denen zijn het langste volk ter wereld, maar ik weet niet meer welke.
Het werkwoord zijn hoort hier zowel bij de Nederlanders als bij de Denen. En dat werkt prima, want die beide onderwerpen staan in het meervoud.
Vergelijk dat eens met zinnen als de volgende:
- De president of de ministers heeft dit verhaal in de doofpot gedaan.
- De president of de ministers hebben dit verhaal in de doofpot gedaan.
Hier kan de ellips niet goed werken, want de president is enkelvoud en de ministers is meervoud. Dus hier kan noch heeft, noch hebben correct terugslaan op beide onderwerpen. Je blijft dus altijd zitten met een syllepsis.
De meeste taalgebruikers zullen zin 1 als “fouter” ervaren en liever kiezen voor zin 2. In dat geval geldt zin 1 als incorrect en zin 2 als een acceptabel geval van syllepsis.