De taalterm van deze week, stemloos, houdt zich het liefst een beetje stil. Niet helemáál stil natuurlijk, want dan had je net zo goed niks kunnen zeggen. Maar een beetje bescheidenheid siert de mens, vindt hij. Soms hoor je hem “Ssst…” zeggen als het te druk wordt, of juist “Pst!” als hij aandacht wil.
Definitie
Een klank in de spreektaal is stemloos als je hem kunt uitspreken zonder daarbij je stembanden in beweging te brengen.
Voorbeelden
Alle klinkers zijn stemhebbend, en veel medeklinkers ook. De lijst met stemloze klanken is dus beperkt:

Etymologie
Dit keer geen Griekse of Latijnse ingrediënten, maar 100% Hollands fabricaat:
- stem (eigenschap van een klank) + -loos (zonder, niet hebbend)
Weetje
Sommige van de stemloze klanken hebben een collega die op dezelfde manier in de mond gevormd wordt, maar dan stemhebbend. Denk aan de [f], die stemloos is, en de [v], die stemhebbend is.
Je vindt er een overzicht van in de TvdW over stemhebbende klanken.
Je kan hele zinnen en teksten stemloos uitspreken. Wij hadden dit als dictie-oefening. Luid maar stemloos spreken zodat men het achteraan in de zaal ook nog kon verstaan. Hardop fluisteren dus. Oefeningen voor toneel-acteurs allicht.
Mvg
Hugo
Dat is helemaal waar, Hugo: fluisteren is stemloos spreken!