De taalterm van deze week, regiolect, is erg gesteld op zijn eigen hoekje van de wereld. Soms gaat hij wel op vakantie of reist hij naar een verre stad – maar meestal kijkt hij het liefst uit over het landschap van zijn jeugd, waar hij zich verbonden voelt met de mensen en de verhalen die hem dierbaar zijn.
Definitie
Een regiolect is een dialect dat hoort bij een bepaalde streek of regio. Het is een geografisch gelokaliseerde variëteit van een grotere standaardtaal of taalfamilie.
Voorbeelden
- Het Twents is een regiolect van het Nedersaksisch.
- Veel regiolecten nemen gaandeweg meer en meer elementen over uit de standaardtaal.
Etymologie
Dit is een samenstelling van een modern Nederlands woord (regio) en een woorddeel (de laatste lettergreep van dialect).
- regio (van het Latijnse regionem, district) + -lect (van legein, spreken)
Net als topolect is regiolect dus eigenlijk een verkorting, in dit geval van “regionaal dialect”.
Weetje
Dit is een strikt wetenschappelijke of “taaltechnische” term. De sprekers van een regiolect zullen nooit van zichzelf zeggen dat hun dialect een “regiolect” is. Sterker nog, ze zullen het vaak zelfs het woord dialect mijden en het gewoon omschrijven als hun taal.