De taalterm van deze week, personificatie, zegt vrolijk: “Niets menselijks is mij vreemd”. Maar dat is nog maar de vraag, want ís hij wel echt een mens? Of een persoon? Of überhaupt een levend wezen? Het heeft er alle schijn van…
Definitie
Een personificatie is metaforische taalvorm waarin je een abstract idee of een verschijnsel voorstelt alsof het een persoon is die kan denken en handelen.
In bredere zin kan een personificatie elke vorm van beeldspraak zijn waarmee je iets wat levenloos is laat vertegenwoordigen door een levend wezen, dus ook een dier.
Voorbeelden
- Het avondlicht danst op de golven.
- Ik ben niet bang voor de dood; als Magere Hein mij komt halen, ga ik vrolijk met hem mee.
- De tijd heelt alle wonden.
- De Russische beer gromt luid, maar heeft geen tanden.
Etymologie
Om dit woord in elkaar te knutselen, moet je weten dat het Latijnse ficare “maken” betekent:
- persoon + ‑ficatie (suffix dat “maken” of “worden” aanduidt [van ficare])
Weetje
Het woord personificatie heeft twee betekenissen: het kan zowel duiden op het taalfenomeen zelf als op de gekozen beeldspraak.
Dus in het voorbeeld hierboven is het gebruik van Magere Hein om de dood te verbeelden een voorbeeld van personificatie; maar “Magere Hein” zelf is, als personage, ook een personificatie.